United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Veel meer geloof ik dat gij u iets verbeeldt. Wat zou een takje ons kunnen vertellen? Heel wat. Zeker, zoo'n gebroken tak verkondigt de vergankelijkheid van al het aardsche. Gisteren nog bloeiend en groen, moet hij nu al verwelken en verdorren. Juist, en mij moet hij zeggen dat de dood op mij loert. Hoezoo? Ik begrijp u niet.

De Chinees is van nature een veroveraar, altijd langs vreedzamen weg, en loert steeds op de gelegenheid om ook de aangrenzende terreinen in te palmen; de koloniale regeering heeft dikwijls genoeg de handen vol met het toezicht over deze nijvere, energieke kolonisten, wier geweten hun in den regel weinig last baart. Des avonds vertrokken wij met den heer Rolland naar zijne plantage.

Maar wij moeten overleggen, wij moeten handelen en dat wel spoedig," antwoordt de schilder, die zijn kalmte herkregen heeft, nu hij weet, wie zijn verrader is. "Vasco vermoedt zeker, welke waarde deze brieven hebben, want hij loert reeds eenige weken op mij. Hij zal trachten ze zelf te ontcijferen, want hij zal er niemand in kennen, om de belooning niet te verliezen.

Gij blijft met welbehagen lanterfanten in de nabijheid van spekslagerijen, en duwt uw neus tegen de ramen plat om met gulzige oogen het afschuwelijke schouwspel van hespen en worsten op te vangen. Gij loert de honden na, die snuffelend malkander nadrillen, en hun cyniek bedrijf wekt uwe belangstelling uitermate.

't Is een klein, nieuwsgierig poesje en jullie weet, als Mieke eenmaal een plannetje heeft, dan laat zij dit niet varen. Op dit oogenblik loert ze op mijn penhouder. Steeds gaat haar kopje van links naar rechts. O wee! een letter met drie krullen, dat is Miekies schuld: die wilde met haar pootje den penhouder grijpen. 't Is maar goed, dat mijn praatje uit is.

Ook buiten het lijden, dat ons door de natuur overkomt, is er een lijden, dat van mensch op mensch loert, en in de menschelijke boosheid het venijn, dat Satan naar ons spuwt, voelbaar maakt. Er is bang verdriet, dat moet doorworsteld; wreede teleurstelling, waaronder het menschenhart te zwoegen heeft; schriklijke weedom des harten, waaronder de matte ziel heeft weg te zinken.

Juist, Sihdi, hier kunnen wij niet blijven wachten, zeide Halef. Misschien loert de Miridiet hier in de buurt wel op ons. Daar ben ik niet bang voor. Wij willen echter verder rijden, maar niet in de richting, die de takjes ons aanwijzen. Daarvan afwijkende en wat meer rechts houdende, komt er wat meer ruimte tusschen hem en ons.

Wattige walmen bleven haperen in zijne snor. We moeten vandaag kalm blijven en aandachtig, wedervoer Simon. Het helpt niet als ge vijandig naar mijne woorden loert en mijne inzichten verwaarloost. Men heeft u gekrenkt; maar uw gezag blijft ongeschonden, vermits men alles vergoeden wil .... Neen, Lieven, val nu om Gods wil niet uit tegen ons. Het is zoo ellendig en onnoodig. Waarom zegt ge "ons?"

De oogen vooral hadden een uitdrukking, tegelijk wulpsch en schuw, zooals ik die sedert dien in geen menschelijken blik gevonden heb. Zigeuneroog, wolvenoog: dat is een Spaansch gezegde, dat van scherp opmerken getuigt. Indien ge geen tijd hebt naar den Plantentuin te gaan om den blik van een wolf te bestudeeren, zie dan naar uw kat als hij op een musch loert.

"De Busaco," merkt de Engelschman op, terwijl hij aan de deur blijft stilstaan, "ziet gij ginds dien Zeeuw?" "Ja." "Wilt gij een klein sommetje verdienen, als schadeloosstelling voor uw achterstallige soldij?" "Santos! Wat graag!" "Roep dan een paar soldaten en neem hem gevangen. Hij woont in de weerspannige gewesten, te Vlissingen. Ik geloof dat de Raad van Beroerten op hem loert."