United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


Langzaam, met zware stappen over het knerpend gruispad, kwam de jongen naderbij; dan vertraagde hij aarzelend zijn gang, als zon zijn altijd moeizaam werkend brein op den aanvang van een gesprek. En toen zij nog een pas of tien van elkaar af waren, stond hij stil, hield zijn blakenden kop, bol als van een goedigen bulhond, schuw naar haar heen.

Hier zagen we een aardig voorbeeld hoe vernuftig de inlander kan zijn, wanneer het iets betreft, waardoor hij het zich gemakkelijker kan maken, namelijk een automatisch werkend toestel om de vogels van de rijstvelden te verjagen. Een ongeveer 2 M. lange, holle, van onderen afgesloten bamboe, is nabij het midden bevestigd aan een horizontale draaibare as, welke op een paar bamboeschragen rust.

Daar ginder kwam gillend een jongen hard aanloopen; achter in mijn werkend hoofd kwamen de frissche geluidjes, jubelend geklank, hoog lachjesgesteiger vol jonge onnoozelheid.

"Uit sodium." "Ja mijnheer, met kwik vermengd vormt het een amalgama, dat in de Bunsensche elementen het zink kan vervangen; het kwik wordt nooit opgelost; dit is slechts het geval met het sodium, doch dit levert de zee mij telkens weder op; bovendien moet ik u zeggen, dat de sodiumzuilen als zeer sterk werkend moeten beschouwd worden en dat hare electrieke kracht dubbel zoo groot is als die van zuilen van zink."

Zelf is hij blijkbaar geneigd het Werkend Leven hooger te stellen; immers dat is "vele meerre arbeit"; de schouwer doet niets anders dan dat hij "zijnen Schepper liefheeft". Wat hem echter weerhoudt aan het Werkend Leven den voorrang te geven is, dat degelijke geleerden het Schouwende Leven hooger gesteld hebben; bovendien, CHRISTUS zeide immers van MARIA, dat zij het beste deel gekozen had; zoo komt de auteur van den Doctrinael niet tot eene slotsom.

Want wat voor wezens zoudt gij moeten zijn, indien ge, ontroerd bij het lezen van dit boek, u-zelf niet eerlijk en vast de belofte deedt: zulk een misdaad zal ik nooit plegen, opdat, als ik zelf een huis zal hebben gesticht en kinderen zal hebben op te voeden en te waarschuwen voor het doen van zùlke daden, mijn toon niet onvast als die van een leugenaar zal zijn, bij het herinneren: maar ik deed het zelf.... Dit mijn flinke, gezonde jongens en meisjes uit het werkend volk zult gij ongetwijfeld bedenken bij het lezen van dit werk. Gij in de allereerste plaats, wier klasse opgaat uit het verleden als een ververschende waterstraal uit den grond, gij zijt gekomen om te laven

Wouter, de wapensmid, was een rijzig en sterk gebouwd man, met een open, gul gelaat, en als de reuzenkracht zijner armen het zwaarste en hardste ijzer naar zijn wil behandelde, was het vreemd te denken, dat zijn aard en zijn hart zoo gul en zoo zacht waren. De goudsmid, die Egbert heette, was een man van eene lange en schrale gestalte, met een schitterend oog en een immer werkend verstand.

Maar ach, je weet ook niet hoe gauw je er in zit in dat bedrijfleven; blijf maar weg, als je kunt; dat het je nooit gebeure, hoe je op een oogenblik lucide, schrikt van te zien in wat een verwarring je meêliep, hoe ge alles zaagt zoo, en niet het stinkende gedrang tegen je zelven in.... Verbijstering.... Maar, hoor ze dan ook orakelen, roepend als marktschreeuwers, allen door elkaâr, allemaal en niets anders toch dan: ik, ik, ik.... Bah, wat een drukte, als je maar te gaan hebt met je oogen en rustig werkend, verlangend voort.... wat weten wij voor anderen, slangen die we zelve zijn met het staarteinde in den bek.... zoeken we dan nog wat anders dan ons eigen einde....

Een gissing. Sommige schrijvers hebben de gissing gewaagd, dat de dwergen, die zoo dikwijls in de oude sagen en feeënvertellingen genoemd worden, misschien de Phoenicische mijnwerkers waren, die, in de kool-, ijzer-, koper-, goud- en tinmijnen van Engeland, Noorwegen, Zweden enz. werkend, gebruik maakten van den eenvoud en de lichtgeloovigheid der oorspronkelijke bewoners en hen wijs maakten dat zij behoorden tot een bovennatuurlijk ras en altijd onder den grond woonden, in een gebied dat Svart-alfa-heim, of de woonplaats der zwarte elven heette.

Eerst als hij, al werkend, voor een bepaalde groep zielsverschijnselen zulk een troostgrond had gevonden, voelde hij zich er tegen opgewassen, kon hij als een verder ziend God zweven boven de werkelijkheid; eerst dan was het stuk "realiteit" rijp voor bewerking. Hij besteedde een groot deel van zijn leven aan de verovering van de hier aangeduide neiging, die hij van zijn moeder had geërfd.