United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


De mannen volgden Savari's raad, en ze spraken de woorden, die hij had gezegd, tot de booze Matabrune; deze werd uitermate vertoornd en schreeuwde: "Zoo gij een zevende keten hebt verloren, moet gij mij de waarde hiervan vergoeden. Eerder zal ik niet tevreden zijn." Ze liet eenen goudsmid bij zich komen, die één der ketens in het vuur legde, om te zien, of het edel metaal was.

'k vraag 't maar zoo, juffrouw; ik houd zooveel van jongelui, weet u. 'k Zal je drie gulden vijftig geven, geen cent meer." "Leg toch niet te zeuren, baas: 'k moet vier gulden hebben op een maand terugkoop." "'t Kan niet! Ik geef al veel te veel, waarachtig!" "Geef dan mijn speldje maar weerom, dan verpas ik het; ik kan bij den goudsmid elk oogenblik acht gulden krijgen."

In die dagen was een goudsmid een merkwaardig kunstenaar, die doorgaans tevens teekenaar en schilder was.

Mijn beroep is timmerman en ik moet in weer en wind, dikwijls in plasregens of sneeuwbuien, boven op daken of schouwen klimmen; dat maakt mij gehard; Jan daarentegen is bij den goudsmid Verhoef, en staat meest aan den heeten smeltoven." "Verhoef?" zeide de Prins. "Die naam komt mij bekend voor." "Hij heet Hendrik Verhoef en woont op de Vogelenmarkt." "Maar Jan zal je toch wel komen bedanken."

Het verwonderlijke is het mooie werk in zulk een omgeving gemaakt. De goudsmid is al niet beter behuisd of ingericht. Met zijn drie helpers zit hij op den vloer van zijn werkplaats achter een raampje van bamboestijlen, waardoor het licht maar karig naar binnen komt.

Nu had men bij dit alles maar één ding vergeten, namelijk te onderzoeken of de tand werkelijk van goud was. Een goudsmid werd hiermede belast, en ziet, het kwam uit, dat de tand eenvoudig met wat bladgoud was overdekt; maar men schreef eerst boeken en toen ging men den goudsmid halen.

Hij bracht hem zijn broeder, en die gaf hem een groote hoop geld in de plaats. »Nu kan ik mij reddendacht hij, en ging tevreden naar huis. De goudsmid was listig en slim, en hij wist wel wat het voor een vogel was.

"Het zijn twee brieven, geschreven door Chiapin Vitelli, Alva's vertrouwde, en waarschijnlijk aan zijn secretaris gegeven zoo groot is hun waarde om ze persoonlijk te overhandigen aan een zekeren Ridolfi, een Italiaan, die bankier is in Londen." "Ridolfi? Ja, ik heb wel van hem gehoord. Hij moet groote zaken doen met Italië; hij is goudsmid zoowel als bankier en woont op Cheapside," zegt Guy.

Eveneens bracht ik dikwijls eenigen tijd door bij den goudsmid, die mij vertelde van de omstandigheden der plaatselijke industrie; hij legde juist de laatste hand aan verrukkelijke sieraden in ouden stijl, neusringen, armbanden, halskettingen, alles bestellingen voor een huwelijk.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Mijn vorst en heer! ik weet wel wat ik zeg; 'k Ben niet door wijn beneveld, ben niet dol, Niet blind door woede, schoon, wat mij weêrvoer, Genoeg ware, om een wijs man gek te maken. Die vrouw sloot mij de deur bij 't middagmaal, En is de goudsmid hier niet in 't komplot, Hij kan 't getuigen, want hij was er bij.