United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uiterst merkwaardig schijnt het mij het contrast te bestudeeren tusschen den als hoofd der Romantische School gehuldigden auteur van "Ferdinand Huyck" en zijn eigene zuiver classieke, zuiver achttiende eeuwsche, zuiver Fransche aesthetiek.

Niet alleen dat zijn werk zonder zijne toestemming niet openbaar mag worden gemaakt is voor den auteur van groot belang, doch ook dat de openbaarmaking, wanneer hij daartoe eenmaal besloten heeft, zóó geschiede, dat zijn werk daardoor niet gewijzigd of verminkt aan het oordeel van het publiek wordt blootgesteld.

Op hen speciaal immers deed de auteur zijn beroep. Enkele maanden later, in april 1941, stonden een 57-jarige burgemeester en een 25-jarige chemicus terecht voor het Duitse Landesgericht, omdat ze te Deventer in november 1940 de brochure verspreid hadden. De eerste beklaagde kreeg de gelegenheid, zijn zienswijze als Christen uiteen te zetten, maar dat leverde hem geen voordeel op.

Il en est de même de l'usurpation du nom d'un auteur, ainsi que de l'imitation frauduleuse de sa signature ou de tout signe distinctif, monogramme ou autre, adopté par lui. Article 15

Het is Kohler's streven geweest, zoo diep mogelijk tot het wezen van de verschillende soorten kunstwerken en geschriften door te dringen en eene waardevolle methode te vinden om ze te analyseeren en zoodoende in elk werk die bestanddeelen aan te kunnen wijzen, welke tezamen de schepping van den auteur en dus tevens het object van zijn recht uitmaken.

Het groote bezwaar tegen alle formaliteiten is juist, dat dikwijls een klein verzuim, uit onwetendheid of onachtzaamheid gepleegd, soms zonder schuld van den auteur, een zoo gewichtig gevolg heeft als het geheele of gedeeltelijke tenietgaan van het auteursrecht. In de internationale verhoudingen zijn de bezwaren nog grooter.

De heeren putten zich uit in loftuitingen, en de vernuftige auteur van het eerste ~tableau~ oogstte de zoetste voldoening. Van Reelant werd in staat gesteld van nabij te oordeelen over de kostumen van Helena en Clytemnestra, maar ondanks zooveel kunstgenot bleef hij zich het gewicht van zijne persoonlijkheid, van zijn ambt, herinneren.

Onder zijn enthousiasme verborg hij een dubbelhartigheid die hem tot de onverdedigbare daad heeft verleid, zich tusschen een auteur en zijn werk te plaatsen. De tegenwerking van den man, in wien hij zijn eersten helper had meenen te vinden heeft D. D. diep gegriefd en bitter gestemd.

Men heeft echter de moeilijkheid niet opgelost door de denkbeelden, die in een geschrift geuit worden, te noemen den inhoud en de wijze waarop de auteur die denkbeelden in "het kleed der taal heeft gestoken" den vorm en dan te zeggen: de inhoud is gemeen goed, de vorm behoort den auteur. Zonder de beide woorden nader te definieeren, komt men met deze ontleding niet veel verder.

Hoe dankbaar ook voor de kostbare bydragen tot de kennis der zeden van dien tyd, wordt toch het oog vermoeid van de vlekkeloosheid der twee brave Hendrikken waaraan de auteur 't aanzyn dankt. Het gekste is dat Jakob van Lennep zelf noch "brave Hendrik" was, noch lust had er voor doortegaan.