United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het zijn voor velen schijnt het moeilijkheden op te leveren dit in te zien twee scherp van elkander te onderscheiden rechten, waarmede wij hier te doen hebben, die nóch object, nóch subject met elkander gemeen hebben.

Wie derhalve tot de kennis hiervan wenscht te geraken, moet uit het te bestudeeren voorwerp zelf de bijzondere voorwaarden putten, die zijn anders onbeteugelde vrijheid van redeneering bij het opsporen van den eigenaardigen aanleg van het gegeven object nauwkeurig omgrenzen.

§ 1 Omvang Het auteursrecht is in een voorafgaand hoofdstuk gekenschetst als een vermogensrecht, dat tot object heeft een onlichamelijk goed, nl. de geestelijke schepping van den schrijver of kunstenaar.

Achtereenvolgens zullen hierbij ter sprake komen: I De vereischten, waaraan een geschrift moet voldoen om object van auteursrecht te zijn; II Het recht van den vertaler; III Het uitsluitend vertalingsrecht; IV Het recht van den bewerker en het uitsluitend bewerkingsrecht. I Vereischten waaraan een geschrift moet voldoen om object van auteursrecht te zijn

De nadere uitwerking hiervan behoort echter in de volgende hoofdstukken thuis. Het auteursrecht is dus een absoluut vermogensrecht, dat tot object heeft het door den auteur voortgebrachte, onlichamelijke product van kunst of letterkunde.

Object van het auteursrecht van den beeldenden kunstenaar is het zal wel nauwelijks behoeven te worden gezegd niet het lichamelijke voorwerp, dat de schepping verwerkelijkt, maar de onlichamelijke schepping zelve.

Maar het allerbest is bij de objecten het gehuichelde begrip van wat er gebeurt voor de wetenschap, of wel algeheele onverschilligheid, die zich zonder verder nadenken als object presenteert en dan met een munt of tabak getroost naar huis gaat, hoofdschuddend over de vele dwaasheden van de blanken. Eens had ik bij mijn veranda een flink aantal jonge mannen bijeen en begon met het werk.

En wat het door Jolly aangevoerde bezwaar betreft, dat men zich dit niet met volkomen helderheid zou kunnen denken, dit geldt dan zeker nog in verhoogde mate tegen de toch vrijwel algemeen geldende leer, volgens welke rechten als zaken worden beschouwd; waardoor men komt tot de constructie van een recht, hetwelk tot object heeft een ander recht.

Zeer juist werd door Fichte ingezien, dat als object van het recht niet kan dienen het materieele voorwerp, waarin het product des geestes is belichaamd; en evenmin de gedachten, die in het geschrift zijn uitgedrukt. Doch van een immaterieel goed, dat buiten den auteur bestaat, krijgt men door zijne beschouwing nog geen goed denkbeeld.

Wil men nu elk uitsluitend recht, onverschillig van welken aard het object zij, eigendom noemen , zoo behoeft daartegen op zichzelf nog geen bezwaar te worden gemaakt, indien men slechts in het oog houdt, dat men zoodoende aan het woord eigendom eene andere beteekenis geeft, dan waarin het gewoonlijk in de juridische taal wordt gebruikt.