United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Maar zal Mejuffrouw Hilda in den helderen maneschijn onder de groene boomen 't klokje van negen niet vergeten?" fluisterde er op eens iemand aan haar oor. 't Was de prins, die bij haar gekomen was, zonder dat ze 't merkte. "Denk er aan, dat U me voor 't begin van mijn feest een mooi lied beloofd hebt!" Hilda kreeg eene kleur van verlegenheid.

Als ik zonder je kom, is de prins natuurlijk boos en durf ik....." Op eens hield Hilda's vader op. Bleek van schrik riep hij: "O, o, daar komt het rijtuig al aan. Nu is het te laat!" Toen Hilda zag, hoe bedroefd en verlegen haar vader was, kreeg ze toch erg berouw over hare zorgeloosheid. Schreiende viel ze hare peettante om den hals en knikte: "Och, lieve peettante, help mij toch!

Dadelijk hielden de zware slagen van het horloge op. En vriendelijk, maar heel ernstig hoorde Hilda de fee zeggen: "Maar kindlief, wat ga je nu doen! Is dat goed, is dat verstandig? Moet het horloge gestraft worden, omdat het je helpen wil, een beter meisje te worden, omdat het je leeren wil op den tijd te letten?

Wel scheurde Hilda haar dunne kleedje aan een' struik, wel gleed ze telkens uit; maar wat kon haar dat alles schelen, als ze 't horloge maar had! En ja, daar zag ze het glinsteren in 't maanlicht, daar had ze het in de hand! Nog altijd sloeg het met geweldige slagen: hooren en zien verging er Hilda bij.

't Was al laat in den nacht, toen Hilda van 't feest naar huis reed. "Kind," zei haar vader, "wat heb je me van avond een plezier gedaan. Nu zal mijn meisje morgen aan den dag ook dien mooien gouden armband van me hebben, waar ze me al zoo dikwijls om gevleid heeft!" Hilda klapte in de handen van plezier. "Heerlijk, heerlijk!" riep ze. "En gaan we hem dan samen koopen morgen?"

Als iemand haar nu gezegd had: "Hilda, denk toch aan dien armen koetsier en die stumpers van paarden," ja, dan zou ze zich uit medelijden misschien wel wat gehaast hebben. Maar er was niemand, die wel eens zoo met Hilda praatte en uit zichzelf dacht ze aan zulke dingen nooit.

Ieder gluurde in den winkel, en Hilda schaamde zich de oogen uit het hoofd. Ze kon nu wel niet anders doen, dan heengaan en 't horloge zijn' zin geven. Daarom deed ze nu maar haastig eene keuze en stapte den winkel uit. Dadelijk werd het horloge zoo stil als eene muis. Dat Hilda alles behalve in haar schik was, kun je wel begrijpen.

MEVR. BERNICK. Zoo, ben je al terug, Karsten? BERNICK. Ja, ik heb iemand ontboden. Och ja, Johan zal zeker wel weer hier komen. BERNICK. 't Is een man, zeg ik. Waar blijven al de dames van daag? MEVR. BERNICK. Mevrouw Rummel en Hilda hadden geen tijd. BERNICK. Zoo? Afgezegd? MEVR. BERNICK. Ja, ze hadden thuis zooveel te doen. BERNICK. Begrepen. En de anderen komen natuurlijk ook niet?

Toen ging hij naar Hilda, boog lachende voor haar en zei: "Dat noem ik eerst op zijn' tijd passen!" Nu moest Hilda zingen. Eerst beefde ze wel wat, toen ze daar zoo alleen voor al die menschen stond. Maar al gauw ging het beter, en toen klonk hare lieve stem zoo mooi en helder door de zaal, dat het een lust was. Toen 't lied uit was, kwam er aan 't handengeklap geen einde.

Als die boos op mij wordt, weet ik geen' raad." "Maar kunt U niet zonder mij gaan, Papa?" vroeg nu Hilda heel bedaard, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. "Wat?" riep de vader, rood van boosheid, "alleen gaan? Nu wordt het nog mooier. Je weet toch, dat de prins je graag eens wil hooren zingen. Om je mooie stem zijn we eigenlijk alleen gevraagd. En nu zou je niet meegaan!