United States or Maldives ? Vote for the TOP Country of the Week !


En in dat groeiende kabaal van menschenstemmen en in dat gehakkebord van het handengeklap, in heel dat duistere, onbewuste leven, zag de extrangero het artistenlichaam van Carmen gaan in den gouden lampschemer, symboliseerend voor hem in groote lijflijnen, het begeeren en het lijden der liefde, en het besluit der opperste levensdaad, den triomf der paring.

Van uit de cavea kletterde het handengeklap.... De ezel balkte.... De tweede choragus drong de danseressen weg, naar hare kleedkamers. Allen hoorden den beer. Hij bromde, zacht maar gestadig. Of hij, nog niet heelemaal wakker, na snurkte.... De ezel, welopgevoed, balkte niet meer.

En rondom de loge waar men hooren kon wat hij zeide, klonk het handengeklap, terwijl de torero zich omdraaide op de hakken, met een van buiten geleerde beweging den hoed achter zijn rug om, tuimelen deed tusschen de menschen, en met een vuurrooden lap en degen met gevest van dezelfde kleur, stapte hij naar het midden, waar de stier loom stond te kijken.

Toen ging hij naar Hilda, boog lachende voor haar en zei: "Dat noem ik eerst op zijn' tijd passen!" Nu moest Hilda zingen. Eerst beefde ze wel wat, toen ze daar zoo alleen voor al die menschen stond. Maar al gauw ging het beter, en toen klonk hare lieve stem zoo mooi en helder door de zaal, dat het een lust was. Toen 't lied uit was, kwam er aan 't handengeklap geen einde.

Maar hij is ook de beste danser van de gemeente. Daar gaat de muziek en het handengeklap. De man en de jongen, heel aandachtig en voorzichtig gaan. Zij zien, strak getoomd, naar elkanders voeten. Naar elkanders gebaren. Langzaam, weinig bewogen in den aanzet. Maar de muziek wordt wild. De handen van de gemeente slaan sneller. De man en de jongen sneller gaan. Ademloos. Muziek, muziek, muziek.

De menigte, allen druk plotseling vergetende bij hun schitterende wederverschijning, barstte los in gerhythmeerd maar razend gejuich, in maat kletterend handengeklap en -geklater. De jongens dansten.... En het blijspel ontrolde geleidelijk. Het boeide. De Keizer bewoog niet meer. Als aandoeningloos zat hij te kijken, vroeg nu en dan, ernstig, iets aan zijn nar. Met de anderen sprak hij niet, zelfs niet met Crispinus. Nu en dan blikte hij onverwachts in het Theater, dook weêr terug in zijn purper, loenschte zijlings naar het schouwspel. Het scheen wel, dat hij belang ging stellen. De klassieke, hoogere komedie, de palliata werd met de moderne opvatting, die de dominus, trots zijn liefde voor de antieke schrijvers onvermijdelijk achtte, in volmaaktheid gespeeld. Na het groote tooneel van de twee meretrices en den adulescens was weêr uitbùndig rhythmiesch gejuich. Syrus, die de rol van Chrysalus speelde, de listige slaaf, die het noodige geld altijd weêr voor zijn jongen meester weet te tooveren door handige intrigue en verwikkeling, w