United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je toren moèt hoog zijn, zei de dominus. O, denk niet, dat ik je voor mijn pleizier je sprong doen laat van uit het afdak over de scæna! Mij persoonlijk, is het Theater het liefst als tooneel en niet als gymnazium. Maar een arena hoeft het nog niet te worden. En d

Daarenboven geeft deze Beemster in overvloed vette ossen, koeijen en schapen, met vele schoone paarden en hengsten; als ook overvloedig boter en kaas, met meer andere toespijzen, die in alle manieren deugdzaam en goed zijn, waar men duizend menschen mede kan spijzen en voeden, hetgeen aan de eigenaars der gronden goede inkomsten en renten geeft: Omnia dat Dominus, non habet ergo minus.

Sterke slaven werden het meest gevraagd; jonge slavinnen.... Ja, beaâmde de dominus; het moet altijd een buitenkansje zijn voor mij.... Een gestolen jochie, ? fluisterde de koopman, met een blik naar de tweelingen: zij voelden den neger de armen, de dijen en, vol belang, schudden zij aan zijn tanden, terwijl de neger roerloos bleef.

"Wat is dat voor een gereutel?" mompelde Reede, terwijl hij grommende de trappen weder afging. "Dominus Raesfelt is ook somtijds wat duister en ingewikkeld in zijn uitdrukkingen, doch hij spreekt ten minste verstaanbaar Neêrduitsch, en zoo hij al nu en dan een Latijnsch of Grieksch woordje bezigt, vertolkt hij het altijd oogenblikkelijk; maar uit die Paapsche aanhalingen mag Joost wijs worden.

Je jongens? Denk je, dat wij ons beschouwen als.... Als.... Ze keken elkaâr aan en proestten het uit van het lachen. De kinderen van.... Van.... De edele Crispina!! schaterden zij het uit. Dondersche jongens! riep de dominus uit. Hoe weten jullie? Hoe we het weten....? Dat komt er niet op aan! Hoe lang weten jullie....? Hoe lang we het weten....? D

In mijn jongen tijd speelden oudere tooneelspelers die rollen.... Worden hunne stemmen, zoo jong, niet gebroken!? Ik meen, zeide Martialis, die met smaak zijn voorgerecht at; dat hun dominus hen ook om hun mooie smoeltjes die groote rollen laat spelen. En de vrouwerollen van de klassieke komedie, zei Plinius; zijn niet zoo heel lang en zwaar.

Wij zijn zes-en-twintig, herhaalde de dominus en overzag zijn komedianten, naar mate zij nader kwamen, de bezette banken en stoeltjes tusschen door en langs de van Nomentaner rood vloeiende tafeltjes. Nilus was hem te gemoet gegaan. En waar hebt gij huisvesting gevonden, Lavinius Gabinius? vroeg hij, vol interest.

Die zullen ook niet heelhuids zijn, dominus! riep het rondom. De dominus schreeuwde van ontzetting, de gladiatoren vloekten, de jongens zetten het op een gillen. De geheele menigte nieuwsgierigen drong, drong, omstuwde de karren, die niet voort konden, omstuwde de vijf ruiters. De morgen was gevuld met het misbaar.

Hoewel, mijn eersten adulescens, dien doe ik een kuischheidsgordel voor, want die ruïneert zich met de vrouwen.... Ja, caupo, met patricische vrouwen.... Hij is een knappe jongen, al is hij pedant en hij heeft géen nacht, geloof ik, thuis geslapen. Is het wel, senex? Géen nacht, zei de senex: iedere nacht sliep de senex thuis. Doe je hem dus een fibula voor, dominus?

Maar de dominus had Afer bevolen de buffels te wenden, het Colosseum om, om den wijden, stoffigen weg van den Coelius te nemen, die voerde naar de Porta Asinaria.... Zoo komen we ook de stad uit, zei de dominus. Syrus, zijn de nieuwe tooneelmaskers, die de edele patronen me hebben gegeven, nu waarachtig goed ingepakt? Ja, jongens, Rome.... dat is al weêr gedaan!