United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Crispinus, in zich, voelde de spijt, dat het hem vermoedelijk niet gelukken zoû op Fabulla verdenking te werpen. Zoo hem dit gelukte, zoû hij dadelijk in Domitianus' gunst sterker staan; de Keizer zoû Nigrina's moord immers willen wreken, al zoû het alleen maar zijn om zichzelven gerust te stellen, dat er een moordenaar minder door Rome zwierf.... Als bezeten van angst was hij voor moordenaars! En Crispinus dacht: w

Verscheur het, edele Crispinus, zei de dominus. Verscheur het. Ik heb het mijne. Ik heb aanzienlijke patronen: de prætor, de ædilen, de edele Verginius Rufus, de edele Plinius, de edele Frontinus: ik heb hun allen gevraagd hun cliënt te zijn: zij hebben toe gestemd. Ik ben een vrij man, edele Crispinus: verscheur het contract en Rome zal van een proces hooren, dat onder zijn belangrijkste tellen zal. Ik deins voor niets terug. Ik ben misschien onvoorzichtig geweest de tweelingen hier op den Palatinus te verhuren; het geld heeft mij verleid, maar zoo werkelijk iets aan Cecilius geschiedt, dat mij nadeel berokkent, offer ik

Om haar heure vrouwen en men wees ze elkaâr, zich voorover dringende op de breede treden van de Cacustrap. Domitilla naast haar....? Maar Nigrina is.... Sst! Zij spraken het niet uit, uit bijgeloof, uit eerbied voor de Megalezia èn voor mogelijke luistervinken in de menigte. Domitilla, zusterskind van Domitianus.... En daarnaast Crispina....? Ja, de zuster van Crispinus....

Hier zijn duizend sestertiën.... Neem die aan.... Blijf goed voor mijn kinderen.... Mijn jongens.... die op hun vader gelijken.... Zij zijn tenger en fijn, als gij.... Maar tòch....? Zeker, zij gelijken op Manlius.... en hebben zijn talent geërfd.... Een sandaal kraakte.... Door de zijdeur kwam plotseling Crispinus. Je laat me schrikken, beefde Crispina. De Keizer is rustig, fluisterde hij.

Zelfs hèm?? vroeg Crispinus. Zelfs hèm! riep Domitia woedend. Jou creatuur! Ik dacht den Keizer welgevallig.... W

Hij zag links en rechts in de spiegels, terwijl hij naderde, langzaam zich slepende, in durende achterdocht, in zwijgende vervolgingswaanzin. Toen hij Cecilius genaderd was, zeide Crispinus: Goddelijke Augustus, de knaap is bezwijmd.... De Keizer antwoordde niet. Hij, op zijn beurt, roerde met den voet het dansertje aan; het bewoog niet.

Edele Crispinus, domina! zeide hij. Twist niet om mij, of om de knapen. Wij zijn histriones. Uw aandacht niet wáard. Ik ben overtùigd, dat gij, Crispinus, nooit en nòg niet hun iets kwaads zoû willen doen. Vergunt ge, dat ik thans ga? Het is laat en morgen, vóor het derde uur, moet ik reeds

En look zijne oogen.... En bleef liggen, als een witte bloem.... Van ver was Crispinus genaderd, de lange spiegelgalerij af. Hij naderde langzaam, beducht, dat de knaap dood zoû zijn. Hij dacht aan den dominus, het contract, de tweehonderd-vijftigduizend sestertiën.... Hij roerde het dansertje aan met zijn voet: het bewoog niet.

Denk jij, dat jij in 's Keizers gùnst bent van daag? In zijn gunst bent, sedert Nigrina vermoord is? Hij zal haar willen wreken, misschien wel op jou.... Op mij?? riep Crispinus ontsteld. Wat kan ik....? Waarom niet op jou....? Waarom niet op den eersten den beste? Op een van ons, op mij?! Als hij zijn angsten maar stillen kan door een daad van bloed, door een daad van bloèd!

Zij zelve opende. Driè vrouwen, gesluierd, haastten zich binnen. De middelste trok haar sluier weg. Augusta!! kreet Crispina, strekte groetend de handen; Crispinus rees op.... Het was de Keizerin, Domitia. Zij was met de jongere Domitilla, Domitianus' zusters kind en met Fabulla, hare nicht. De beide andere vrouwen ook, ontsluierden zich.... Fabulla was doodsbleek.