United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat spreekwoord gaat niet door," zeide Mejuffrouw Blaek, droog weg: en als willende zij mij te kennen geven, dat zij niet van plichtplegingen hield, vroeg zij mij op een kouden toon of ik ook wist, hoe laat het ware. "Dat zou ik u moeilijk kunnen zeggen," antwoordde ik: "want mijn uurwerk heeft mij de poets gespeeld van stil te gaan staan.

Waarlijk, het ging mij al niet beter, als zeker iemand, die geloofde, dat hij van glas was, of als hem, die het vertrek niet durfde te verlaten, uit vrees door de hoenders te zullen worden opgegeten, omdat hij zich verbeeldde een gerstekorrel te zijn. Doch zoodra ik hofraad ben, huw ik eenvoudig Mejuffrouw Paulmann en ik word gelukkig.

Na een poos hernam de bisschop: "Magloire, ik hield sinds lang ten onrechte dit zilverwerk in bezit. Het behoorde aan de armen. Wie was deze man! Blijkbaar een arme." "Helaas!" hernam Magloire. "'t Is niet om mij of om mejuffrouw. 't Is ons onverschillig. Maar 't is om Monseigneur. Waarmede zal Monseigneur nu voortaan eten?"

Wat verder den laster betreft, dien men omtrent mij heeft geuit, ik weet, aan wien ik dien moet toeschrijven, en tevens, dat alleen de eer van uw naastbestaande te zijn, den lasteraar beveiligt voor de welverdiende straf, welke ik hem anders had toegedacht. "Nog eene vraag, Mejuffrouw!

Ik voldeed aan zijn vraag en gaf hem een vrij omstandige beschrijving van mijn reis, minder uithoofde van de belangrijkheid mijner ontmoetingen als om te voorkomen, dat het gesprek tot het vroegere onderwerp terugkeerde. Toen ik gedaan had, vroeg Amelia: "Gij hebt dus Mejuffrouw uw tante nog vóór uw vertrek gesproken?"

"Dan denk ik, dat er na uw lange afwezigheid al heel wat voor u in 't zout is gelegd," zeide Mejuffrouw Blaek, lachende: "nu, gij zult het toch van Santje wel willen hooren? waar zijn de oudste zusters voor, zoo niet om haar broeders wat in toom te houden?... ofschoon ik vrees, dat gij nu haar plak wel ontwassen zult wezen."

"Inderdaad," zei vrouw Toussaint, "'t is waar. Men zou vermoord zijn, zonder hulp te hebben kunnen roepen! Daar komt bij, dat mijnheer niet in het huis slaapt. Maar vrees niet, mejuffrouw, ik sluit de vensters als een vesting. Vrouwen alleen! ik geloof wel, dat men dan een weinig angstig mag zijn!

Amelia was echter de eerste, die de verrassing te boven kwam: en zelfs geloof ik, dat mijne tegenwoordigheid haar bemoedigde. "Mejuffrouw!" zeide zij, zich tot Tante wendende, eer deze nog het vermogen had van haar toe te spreken: "ik kom als smeekeling tot u.

Deze verbazing had niets vijandigs; 't was in 't minst niet die afgunstige blik van een uil met twee hoornen: 't was het domme oog eener arme onnoozele van zeven en vijftig jaar; 't was het mislukte leven, dat deze overwinning, de liefde, aanschouwde. "Mejuffrouw Gillenormand, mijn dochter," zij haar vader; "ik heb u immers wel gezegd, dat ge dit zoudt beleven."

De directie van dit gezelschap bevindt zich in de treurige noodzakelijkheid om u te berichten, dat door een plotselinge ernstige ongesteldheid van mejuffrouw Prevost, het aangekondigde stuk geen voortgang kan hebben. Zij kan alleen...."