United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Intusschen had Magloire het avondeten opgedragen: een soep, bestaande uit water, olie, brood en zout; een weinig spek, een stukje schapenvleesch, vijgen, versche kaas en een groot roggebrood. Zij had er, naar de gewoonte van den bisschop, een flesch ouden Mauveswijn bijgevoegd.

Verbeeld u, dat bij het schoonmaken en stoffen van zoldering en wanden Magloire eenige ontdekkingen heeft gedaan; zoodat thans onze twee kamers, die met oud, overgewit papier behangen waren, een kasteel als het uwe niet zouden ontsieren. Magloire heeft het geheele behangsel afgescheurd. Daar bevond zich iets onder.

Onder zijn zacht en kalm voorkomen, 't welk zich nooit verloochende, verrichtte de bisschop van Digne vaak grootsche, stoute en heerlijke handelingen, zonder dat hij 't zelf scheen te vermoeden. Zij beefden dan, doch lieten hem zijn gang gaan. Soms waagde Magloire vooraf een aanmerking; doch nooit later.

Myriel was te Digne gekomen vergezeld van een oude vrijster, juffrouw Baptistine, zijn zuster, die tien jaar jonger was dan hij. Hun eenige dienstbode was een vrouw, even oud als juffrouw Baptistine en juffrouw Magloire geheeten, die, na eerst de meid van den eerwaarden pastoor geweest te zijn, nu den dubbelen titel droeg van kamenier van juffrouw Baptistine en huishoudster van mijnheer pastoor.

Het schijnt, dat Magloire, die eenige benoodigdheden voor het avondeten was gaan koopen, op verschillende plaatsen 't een en ander had hooren verhalen van een verdachten landlooper en spitsboef, die in de stad was gekomen en er zich moest ophouden, zoodat degenen, die dien nacht laat op straat waren, gevaar konden loopen.

Honderd negen francs, vijftien sous, die ik in bagno door mijn arbeid in negentien jaren verdiend heb. Ik wil betalen. Wat kan 't mij schelen? Ik heb geld. Ik ben zeer vermoeid; twaalf uren loopens, ik heb grooten honger. Mag ik blijven?" "Magloire," zei de bisschop, "dek voor nog een persoon." De man deed drie schreden en naderde de lamp, die op de tafel stond.

"Toen hij dezen keer terugkwam, kon ik niet nalaten een weinig op hem te knorren; ik deed dit echter onder het ratelen van 't rijtuig, opdat niemand mij zou kunnen hooren. "In den beginne dacht ik: 't is verschrikkelijk; er is geen gevaar, dat hem weerhoudt. Thans ben ik er aan gewoon geworden, en ik geef Magloire een wenk, dat zij hem niet tegenhoude. Hij moge zich wagen, zooveel hij wil.

Een oogenblik daarna sloeg de bisschop, bevroedende dat de tafel gedekt was en zijn zuster hem misschien wachtte, het boek dicht, stond op en trad de eetkamer binnen. Magloire was met het dekken der tafel bezig. Ondertusschen sprak zij met mejuffrouw Baptistine. Op de tafel stond een lamp; de tafel zelve stond bij den schoorsteen. Een goed vuur brandde in den haard.

Maar ge moest mijn kamer eens zien! Magloire heeft onder ten minste tien over elkander geplakte lagen behangselpapier schilderingen ontdekt, die, al mogen ze niet bijzonder fraai heeten, toch zeer aardig zijn.

Eens had Magloire schertsenderwijs gezegd: "Monseigneur, hoewel ge van alles zoo goed partij weet te trekken, is dit toch een nutteloos bed. 't Ware beter, dat er salade op groeide, dan bloemen." "Gij vergist u, Magloire," had de bisschop geantwoord, "het schoone is even nuttig als het nuttige." En na eenig zwijgen voegde hij er bij: "Misschien nog nuttiger!"