United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Bah! een oude vrijster, gij! dat's nu weer zoo'n inval

"Oho! hadt gij hoop, mij als een oude vrijster te zien sterven, en rekent gij al op mijn erfenis voor uwe kinderen? Op potgeld, rente, kustinghbrieven; En schimmelpenningh, lang vergaert, En spaerpot uyt myn mont gespaert? zooals Vondel zegt: Och jongenlief! Stel dat maar uit uw zinnen: het zou de bloeien toch uit de hand vallen: en ze zouden hun vingers aan Tantes geld wel niet blauw tellen.

Hij doet zijn hoed nogmaals een boog beschrijven, dekt zich weder en voegt er, als ter bevestiging, in een platten Amsterdamschen tongval bij: "De ouwe Mevrouw van Hoogenlinde, schoins hierover in 't hoekhois: zelje 't niet vergeten, vrijster?" "Herrejee!" roept de vrijster: "is die dood: nou kijk! mensch! 't Is wat te zeggen! ja, er sterft al heel wat rijkdom tegenwoordig."

Ick wachte voor mijn beste pant, Tot troost van mijn verdriet, Ick wachte vry een weerder hant; Maer u en wacht ick niet. Terwijl hem* dit gebeurt met wonder groot vernougen, 461 Soo koomt de nachtegael sigh by de vrijster vougen, En queelt daer uyte borst met soo een bly geschal, Dat haer* vermenghde stem verheught het gansche dal.

Stel u gerust, de overigen winnen zelve den kost, door mutsen opmaken, door kleedjes verstellen, enz, enz. de middelen waardoor eene oude vrijster er ten minste voor bewaard wordt, van honger om te komen. Het antwoord is: "Loman heeft de jicht!" De jicht!

Haar eene been, waarop zij steunde, wankelde. Weêr langzaam ging zij te-rug naar de bank, om op Jozef te wachten. Het roode reisboek was op den grond gevallen. De families, links, waren druk aan 't kakelen geraakt. Een oude vrijster schonk, met ernstig voorhoofd, koffie, en men knabbelde op beschuiten, onder het getemperde licht van het spandoek. Juist kwam Jozef voor den dag in een grijs dun pak.

Of nu het listigh* dier yet van den handel* wiste. 285 Dan of het na de kunst en schijn van reden* giste, En stel ick niet te vast; doch hoe het immer was, De vrijster kreegh een man, en hare koorts genas.

Een vierde geschiedenisse, in Hollant voor-gevallen, van een houvvelick gevordert door 't pijnelick genesen van een af-keerigh gebreck, om de vrijster te behagen. Een vijfde geval, roerende een sonderlicken onlust midden in de lust plotselick ontstaen. Een seste verhael, van een jonge vrouwe die haer van schoon gansch leelick maeckte, om haren man te behagen.

Daar, vreezende dat de tante mocht omzien, beschouwde hij, achter een pilaar verborgen, onbewegelijk en met ingehouden adem zijn kind. De dappere krijger was bang voor een oude vrijster. Hieruit was zijn kennismaking met den pastoor van Vernon, den abt Mabeuf, ontstaan. Deze achtenswaardige priester was de broeder van den kerkmeester van St.

Maiombe liet het kint verscheyde dingen leeren, Waer mede dat het mocht syn teere jeught vereeren*, Eerst singen na de kunst, oock springen op de maet, 35 En wat na 's lants gebruyck een vrijster* geestigh staet.