United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij gaat dus in stilte naar Balbinus en licht hem in wat voor snaak hij in zijn huis koesterde. Hij raadt hem aan den kerel zoo spoedig mogelijk de deur te wijzen, wanneer hij soms niet wilde dat hij hem eens zou zien verdwijnen, na zijn kas geplunderd te hebben. PHILECOUS: En wat deed Balbinus? Hij liet toch natuurlijk den spitsboef in de gevangenis opsluiten? LALUS: In de gevangenis?

»Wist 't niet, laffe spitsboefsnauwde Sikes. »Hoorde je dan 't leven niet?« »Ik heb er niks van gehoord, zoo waar ik leef, Billantwoordde de Jood. »O nee! Jij hoort niks, natuurlijk nietsmaalde Sikes met een woesten grijns. »Jij sluipt altijd in en uit, dat niemand je hoort komen of gaan! Ik wou, dat jij een halve minuut geleden de hond was, Fagin

Ik weigerde een spitsboef met zulk een ongunstig uiterlijk te gehoorzamen, en trok mijn zwaard, maar in een oogenblik boog hij het lemmer om en brak hij de scheede in stukken. Daarna werd mijn gordel ruw afgetrokken en in drie stukken gesneden. Toen die zaken waren geschied, werd ik op een dak gedragen en daar hard afgeranseld.

Maso, die den rechter aan den eenen kant genaderd was, nam hem bij een slip van zijn toga en Ribi, die van den anderen kant kwam, deed het zelfde en Maso sprak: Edelachtbare, o edelachtbare, ik bid u bij God, dat gij, eer die spitsboef, die daar aan uw zijde staat, weggaat, mij door hem een paar schoenen doet terug geven, welke hij van mij gestolen heeft en toch zegt hij van niet, en ik zag nog geen maand geleden, dat hij ze opnieuw liet zoolen.

In zijne benauwdheid verwenschte hij het venijnig goed en den spitsboef, die hem dat gegeven had, ja, hij betoonde zelfs grooten lust om zijn eigen meester voor zijne welgemeende bedoeling eens danig af te ranselen. Don Quichot zocht hem echter te troosten en tot bedaren te brengen.

Het schijnt, dat Magloire, die eenige benoodigdheden voor het avondeten was gaan koopen, op verschillende plaatsen 't een en ander had hooren verhalen van een verdachten landlooper en spitsboef, die in de stad was gekomen en er zich moest ophouden, zoodat degenen, die dien nacht laat op straat waren, gevaar konden loopen.

Gij zijt een moordenaar! Ik heb u gezien, Thénardier Jondrette, in het vervallen huis op den boulevard de l'Hopital. Ik weet genoeg van u om u naar het bagno te zenden, en zelfs verder, zoo ik wilde. Ziedaar hebt ge duizend francs, spitsboef die ge zijt." En hij wierp Thénardier een bankbiljet van duizend francs toe. "Ha!

"Dat zou gemakkelijk geweest zijn, als ik in mijn sprong niet zoo onaangenaam gecaramboleerd had met dien anderen ellendigen tramp." "Weergaasch jammer, dat juist de ergste spitsboef ons ontsnapt is." "Nu, oude Blenter! ik geloof niet dat gij de man zijt, die het recht heeft om het hardst daarover te klagen." "Hoe zoo dat?" "Wel omdat het eigenlijk gezegd uw schuld is."

Dan is het inderdaad geen wonder, dat in uw gebied een spitsboef voor een Heilige wordt gehouden. Ik was in mijn recht! verdedigde hij flauwtjes. Dat kunt gij mij niet bewijzen! O zeker! Ik heb u niet laten gevangen nemen, omdat gij vreemdeling zijt. De herbergier echter is een inwoner des lands en staat onder mijn macht! En gij meent dat gij die macht moogt misbruiken!

»Hou je mond maar met je »meneer«,« antwoordde de spitsboef; »als je daarmee ankomt, voer je altijd kwaad in je schild. Je weet mijn naam en daarmee uit! Ik zal dien naam geen oneer aandoen als mijn tijd komt.« »Goed, goed Bill Sikes danzei de Jood met weerzinwekkende nederigheid. »Je schijnt uit je humeur te zijn, Bill