United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door het gewriemel van de volte der Joden hebben we de kleine, lage poort bereikt, zijn de trappen afgegaan bij den hoop afval en hebben over het plaatsje den herbergier weer ontmoet. Er zit een neger op de matten. Hij heeft een glas anisette geledigd en houdt bewonderend in zijn hand een groot glas, gevuld met een mengsel van anisette en absinth. Hij kijkt er naar.

Zoo leven wij, mijn beste jongen. Och ja! En de man, de politieagent, die is insgelijks vrij aardig. Wij zijn goede kennissen en gaan reeds op een vriendschappelijken voet om met mekaar. Wij drinken bij gelegenheid een half-en-half bij den herbergier beneden. "Hij houdt veel van duiven, en hij doet mee aan prijskampen.

Ik zal u een brief meegeven aan den herbergier bij de Seleusische brug, zeide Ben-Hur. Daar is mijn goed. Bezorg het mij vandaag nog, als gij kunt. En, goede Malluch, indien het niet te veel van u gevergd is.... Malluch verklaarde zich volkomen bereid, om hem in alles van dienst te zijn. Dank, Malluch, dank.

En heeft men den moordenaar?" »Wel ja, die blijft er bij wachten!" zeide een der heeren lachend. »Een man die zooveel goed deed," mompelde de herbergier. »'t Is afschuwelijk!" Ik wist genoeg. Het koffiehuis verlatende liep ik regelrecht naar de politiewacht en verzocht den commissaris te spreken. Men liet mij langer dan vijf minuten wachten.

De man wierp hem een wrevelen blik toe, schudde het hoofd en zette zijn weg voort. De herbergier volgde hem. Zoo deden zij twee- of driehonderd schreden. Eensklaps keerde de man zich weder om. Hij zag den herbergier. Ditmaal zag hij hem met zulk een dreigenden blik aan, dat Thénardier het "onnoodig" oordeelde verder te gaan. Hij keerde terug. Jean Valjean was niet dood.

De herbergier ging om het kreupelhout heen en verscheen eensklaps voor de oogen van hen, welke hij zocht. "Vergeving, verschoon mij, mijnheer," zeide hij hijgend, "maar neem uw vijftienhonderd francs terug." Dit zeggende reikte hij den vreemde de drie bankbriefjes. De man sloeg de oogen op en vroeg: "Wat beteekent dat?"

Een witte poedel, een zwarte kardoes en een grijs schoothondje met een goedig, listig snoetje; de poedel had een oude soldatenmuts op den kop, die met een lederen bandje om zijn kin was vastgebonden. Terwijl ik den grijsaard met de grootste belangstelling zat aan te kijken, spraken Barberin en de herbergier op fluisterenden toon over mij.

Met een dezer klokken moest, van Allerheiligen tot Sint-Mathias, elken avond van zeven tot acht uren worden geluid: en dat wel krachtens eene keure van de magistraat, houdende bevel dat geen enkel herbergier of koekbakker zijne klanten na dat uur mocht houden, met bedreiging van ernstige straf en schande.

Al bezat Harald Hansen ook hoogadellijke voorouders, dat belette volstrekt niet, dat hij herbergier te Dal was. Het huis, hetwelk hij bewoonde, had hij van zijn vader en zijn grootvader geërfd. Deze beiden hadden hetzelfde beroep als hij uitgeoefend.

Waar kwam hij vandaan? Wie had hem mij gegeven? Dat waren vragen, die ik op dit oogenblik moeilijk kon oplossen. Maar ik had een advocaat en dat was genoeg. In eene andere bank zag ik Bob zelf met zijne twee makkers; den herbergier uit De Eikenboom en menschen, die ik niet kende, en in eene bank tegenover hen herkende ik den politie-agent, die mij in hechtenis had genomen.