United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


De ouderling van de kleine gemeente, Wormser, die in "De Reformatie" verslag gaf van hetgeen in dit hoofdstuk verhaald wordt, kon er bijvoegen: "Sommigen onzer Amsterdamsche broeders zijn in druk en benauwdheid wegens het voorgevallene. De meesten echter staan goed, welgetroost in den Heere."

Nu hoestte het voorwerp, dat hij onder zijn behandeling had, en een oogenblik later, toen de benauwdheid van het terugkeerend leven zich deed gevoelen, ontsnapte den patiënt een krachtige vloek. "'t Is in orde met hem!" kwam de assistent den dokter berichten. "Hij vloekt al mooi!"

Elsje legde haar breiwerk neer en zag haar angstig aan. "Komt de benauwdheid weer terug?" vroeg ze snel. "Neen kind," klonk het half fluisterend. "Neen, maak je maar niet ongerust. Ik wou je alleen maar zeggen," en nu klonk haar stem duidelijk en scherp, alsof zij zich geweld aandeed om luid te spreken, "ik wou je alleen maar zeggen, dat je je best moest doen om niet te droomerig te zijn...."

Vindt gij dit gesprek niet leerrijk, ik uw vader en bloedverwant vond het merkwaardig, derhalve boekstaafde ik het naar waarheid om u eens te doen weten hoe men eigentlijk als critikus spreken moet. Ik hoop dat ik 't ook zoo zal leeren. Van wegens de stikkende benauwdheid der zalen ben ik even naar buiten gegaan om een sneeuwballetje te gebruiken.

't Waren pijnlijke oogenblikken die de zwakke sleet; zijn eigen toestand had hem nooit zoo bekommerd als het thans de onzekerheid deed wat er toch met Hans mocht gebeurd zijn; en, zijne handen vouwende, zuchtte hij tot Hem die alles kan: "Heere, verlos mij uit de benauwdheid!" Zat Ritter in de benauwdheid op een paar schreden van de hut verwijderd, stond er een wiens hart niet minder beklemd was.

De man is wiens hart een groote strijd volvoerd was, bedaarde spoedig; en, gissende wat benauwdheid hij zijne goede vrouw door zijne uitroepingen had veroorzaakt, nam hij haar bij de hand en sprak met neerslachtigheid: "Trees, gij weet het, vrouw, sedert dat wij getrouwd zijn, heb ik altijd gewerkt; nooit heb ik eenen dag laten voorbijgaan zonder voor u en onze kinderen te zorgen.

Zij zagen de schepen in een breede halve maan voortbewegen, maar konden mij niet onderscheiden, omdat ik tot de borst in het water was. Toen ik tot het midden van het kanaal gekomen was, waren zij in nog grooter benauwdheid, omdat ik onder water was tot mijn hals.

Ik heb tusschen de ijzeren tralies door in 't hok gekeken en daar de klauwen van den leeuw gezien, die ontzettend lang en breed zijn. 't Is een dier, zoo groot als een berg, heer." "Uwe benauwdheid zal het nog grooter maken dan de halve wereld," zei Don Quichot. "Maak maar, dat ge weg komt, Sancho!

Door de geweldige pogingen, die hij in dit oogenblik van benauwdheid in 't werk stelde, gelukte het den gevangene, dit plankje te doen losbersten, waardoor de opening ruim genoeg werd en hij in de gang viel. Ongedeerd sprong de vlugge jongeling op en snelde, zonder om te zien, de gang af, terwijl hij in de eene hand zijn blooten hartsvanger zwaaide en met de andere de scheede weder vasthechtte.

Steeds heviger gierde en loeide de wind, onbarmhartig sloeg de regen tegen haar aan, één oogenblik voelde zij het verlangen bij zich opkomen dat iemand haar toch op mocht nemen en in zee werpen, en in haar pijn en benauwdheid kermde zij het uit....