United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het dunkt mij, dat het oneer voor u is, om uw smart te toonen. Het is niet ridderlijk, om een vrouw te treuren. Ridder! ga met mij ik zal u geven, wat gij behoeft spijzen en rust." "Nimmer meer wil ik wonen onder een dak, noch in dorpen, noch in steden, noch onder eenige poort, tot ik weet, waar uw nicht is. Houd mij niet tegen, zoo smeek ik u.

Was dit haar dank voor alles, wat hij voor haar gedaan had, dat zij het zijn moest, die hem deze pijnlijke wonde toebracht? Maar zoo sprak eene andere stem in haar binnenste, had zij het niet gedaan uit liefde voor hem, was het niet beter hem eerlijk te wijzen op zijne fouten, dan hem te laten voortleven in een bestaan, dat hem tot oneer strekte?

Maar die connecties zijn trotsch; ik zou niet in aanraking willen komen met menschen, die smalen op de moeder, welke mij het leven schonk en evenmin oneer of tegenslag brengen over den zoon van haar, die zoo goed de plaats van die moeder bij mij vervuld heeft.

Nimmer heeft hy, in het onërvarenste zyner jeugd, reden gegeven, om hem van de minste losbandigheid te verdenken; en zou hy nu, nu hy dien tyd agter zich heeft, zich zo verre vergeten, dat hy een meisje beminde, en wel met het zuiver oogmerk, om haar te trouwen, die zyn verstand en hart beide tot onëer strekte? Nimmer geloof ik dit.

De negerachtig opgetrokken lippen lieten tanden zien, die een jachthond geen oneer zouden hebben aangedaan, en de twee plooien van zijn kin rustten op een witte das, waarvan de eene punt de sterren bedreigde, terwijl de andere zich in den grond scheen te willen boren. Uit een kalen vilten hoed met wonderlijk breede randen, stroomden zijn haren in blonde watervallen.

"Zeg ik 't hem niet, nooit zal hij 't weten. Zeg ik 't hem ik zou mijn geslacht in oneer brengen. Liever legde ik mijzelf in de doodkist, dan dat mijn mond 't hem zou vertellen." "Wat zal ik doen? Ja, ik zal heengaan en zien, of er iemand anders Mijn vader wil mij altijd een rijk vorst geven, schooner dan dezen jongeling." "Schooner? Wat heb ik gezegd Geen schooner jongeling vind ik "

Bij de nationale spelen in Griekenland treden niet de eigenaars der paarden als menners op; zij lieten hunne twee- of vierspannen besturen door vrienden of door geoefende jongelingen, en niemand behoefde het zich tot oneer te rekenen, als wagenmenner dienst te doen. Anders was het bij de Romeinen. De aurigae of agitatores waren menschen, die van hunne kunst een beroep maakten.

»Het is zoo, de eer of de oneer, de voor- of tegenspoed van de Wilmots, die hem als een vreemdeling buiten den familiekring sloten, moest hem volmaakt onverschillig zijn; maar zóó was het niet met zijne vrouw; deze had nooit de stille hoop opgegeven, dat eene verzoening te treffen, eene hereeniging mogelijk zou zijn; en toen nu haar petekind, haar naamgenoot, de vertegenwoordiger was geworden van haars vaders huis, zette zij haar edelmoedigen echtgenoot aan, om bij dezen den eersten stap te doen.

Zij exploiteeren mij op eene gruwelijke wijze, en ik weet er mij niet tegen te weren, omdat ik mij niet onschuldig kan achten aan den dood van den vader, aan de oneer en de krankzinnigheid der moeder." Ik begreep dat ik niet beters had te doen dan maar rustig aan te hooren wat zij mij uit zich zelve wilde mededeelen; ik moest er naar trachten haar mijne vroegere opvatting te doen vergeten.

Want ik behoef u niet te verzekeren dat ik, die verklaard heb niet anders te kunnen dienen dan ik hier deed ... ik die voor deze wyze van dienen ben gestraft met berisping, met een ruïneuze en deshonorante overplaatsing ... met den last om de arme lieden te verraden die op myn loyauteit vertrouwden met de keus alzoo tusschen oneer en broodsgebrek! dat ik na dit alles met moeite en zorg elk voorkomend geval te toetsen had aan myn plicht, en dat de eenvoudigste zaak my zwaar viel, geplaatst als ik was tusschen myn geweten en de principes van 't Gouvernement waaraan ik trouw schuldig ben zoolang ik niet ontheven ben van myn ambt.