United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wij wèl, Van Dril," zei Jan. "In de schuur ligt die oude koffiemolen nog van ons, u weet wel, die oude afgedankte uit den winkel. En daar zit een groot wiel aan met een handvat." "Juist! Ja, juist," zei Van Dril. "Wel jongen, ik vind, dat je het zóó knap bedacht hebt, dat ik je nu eens voor pleizier aan die kamraderen helpen wil. Haal dat wiel maar hier." Wat was Jantje blij.

Schilderachtigheid is aan mij niet besteed." "Ik vrees, dat het maar al te waar is," zei Marianne; "maar waarom vind je 't noodig, je daarop te beroemen?" "Ik zou haast denken," zei Elinor, "dat Edward in de ééne affectatie vervalt, om de andere te vermijden.

De bloem was zóo stil en stond zóo streng schoon, in zijn zuivere eenvoudigheid als een opgelost probleem, in zijn klankrijke helderheid als iets dat er volmaakt is; zoo scheen de bloem in het volle licht. Na een klein poosje kwam de stem van baas van D. achter zijn rug om. «Jongen, jongen, dat is een mooi exemplaar, baas, maar ik vind de gele toch mooier."

Nog in twijfel, wat de bedoeling van den knaap was, ging hij voort: "En uwe grootmoeder is eene Duitsche Vorstin. Dus zal u de Hoogduitsche taal toch ook wel eigen zijn." "Ik vind, dat de Hoogduitsche taal voor ons gemakkelijk te verstaan, maar moeilijk te schrijven is," antwoordde de Prins ontwijkend. "En is uw koninklijke oom gezond?" hernam De Witt. "Schreef hij u niets ten aanzien van mij?"

En hier vind ik nu een man met verstand, trachtende op mijn voorwaarden af te dingen, terwijl de toekomst en de eer van zijn cliënte op het spel staan. U verbaast mij, mijnheer Holmes." "Wat ik zeg, is waar," antwoordde Holmes. "Het geld is er niet. Voor u zou het beter zijn dit geld aan te nemen, dan het leven van deze vrouw te verwoesten, hetgeen u toch geen voordeel kan brengen."

Toen betreurde zij haar lot en toen zij wanhopend treurde, Sprak zij aldus tot Paul, haar echtgenoot: "O breng mij, Paul, mijn heer En voer mij naar de kerk uwer zuster, Want zoo er redding is, vind ik ze mooglijk daar."

Sommige tooneeltjes uit de Kermisbeschrijving in "Menschenwee".... Maar ik zou dat boek tot op de helft willen reduceeren. Hij is uitbundig en daardoor verlies ik er mijn aandacht bij. Kunstenaarsleven, zijn laatste boek, vind ik heel wat minder dan de andere. "Zegepraal" daarentegen vind ik goed, om het juist weergegeven gemoedsleven.

Ik noem slechts deze personen, om de lezers een denkbeeld te geven van de soort menschen, die wij op dit bal ontmoet hebben; en om ook nog een idee te geven van de namen die hier inheemsch zijn, vermeld ik de namen der bestuursleden van de club Nacionalista, zooals ik die in het mooie balboekje, dat mij aangeboden werd, vermeld vind.

Laat dit evenwel zoo niet worden opgevat, dat ik my beroemen durve in schrift en teekening steeds uit te munten; maar vermits de zuivere en mannelyke waarheid, waar van men zoo dikwils spreekt, maar die men zoo zeldzaam vind, eene wezentlyke waarde heeft; vertrouw en hoope ik, dat dit werk den aandacht van het Britsch Publiek niet geheel onwaardig zyn zal.

"Ik vind, dat we het nu zoo goed hebben." "Vindt je? Je bent au fond al heel bescheiden in je eischen," zeide zij op snijdend ironischen toon. Slechts de woorden drongen tot hem door, niet de toon van haar stem. "Ik weet eigenlijk niet, wat je nog meer verlangt," zeide hij, zonder te voelen, hoe zijn woorden haar kwetsen moesten. "We hebben immers alles, wat ons hart begeert."