United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


De een is dan bang, dat er op het verzoek zal teruggekomen, en dat hem verklaring of uitlegging zijner handelwijze zal afgevergd worden: hij vreest, zoo hij te beleefd is, bij den anderen hoop te verwekken op iets, dat toch niet verwezenlijkt kan worden, en hij wil toch niet, door lomp te zijn, nieuwe en onnoodige reden tot misnoegdheid verwekken: de ander is evenmin op zijn gemak; want bij den wrevel, dien men in hem over de geleden weigering veronderstellen moet, wil hij niet te beleefd zijn, uit angst dat men hem van laagheid verdenken zal, en toch wil hij ook niet, door gebrek aan beleefdheid, de goede kansen, die hij misschien nog hebben mocht, ten eenenmale verspelen.

Juist daarom is 't ook nuttig dat gijzelf, onder mijne aanbeveling en bescherming, nader met den heerscher in aanraking komt. U zal hij voorzeker minder verdenken nog dan mij, en gij zult alzoo, goed toeziend, ons soms nog beter op de hoogte kunnen houden dan eenig ander. Maar, vroeg nogmaals Siddha, na een oogenblik nadenken, en als aarzelend, is dat eerlijk?

Ik meende dan ook te moeten te kennen geven, dat ik geenszins de dupe der uitnoodiging van den Heer Bos geweest was. "Het spijt mij, Mejuffer!" zeide ik, "dat uwe woorden mij bevestigen in een vermoeden, hetwelk ik reeds als onwaardig had onderdrukt, dat namelijk uw Heer vader mij verdenken kon van hem te zullen verraden."

Wij weten, wie de bedrijver van de afkeerwekkende misdaad is, ofschoon een van de slachtoffers ons nog niet bekend is. Natuurlijk hebt gij uw eigen gevolgtrekking gemaakt." "Ik vermoed, dat het die Jim Browner is, de hofmeester van een Liverpoolsche boot, dien gij verdenkt." "O, 't is meer dan verdenken." "En toch zie ik slechts enkele vage aanwijzingen."

Ze babbelden vrij uit, zetten uit eigen beweging de petjes af, en bedankten ons bij 't vertrek. »Dank u wel, meester!" En kwamen den volgenden dag met een paar vrindjes: »Meester, of zullie ook eens magge kijke." »Welzeker, wat graag!" De collega's van de bizondere school zullen me nu toch niet verdenken, dat ik hun kinderen naar de openbare school lok?

Hij sperde zijn mond open, trok de wenkbrauwen saam en zijn oogen rustten op mij met een uitdrukking, zoo allervermakelijkst, dat ik moeite had om niet in lachen uit te barsten. Heer, Effendi, wie zijt gij? vroeg hij. Dat heb ik u reeds gezegd. Hebt gij de waarheid gezegd? Durft gij mij van liegen te verdenken?

Maar waarom ga ik voort nuttelooze moeite aan te wenden om U dit door zooveel bewijsplaatsen aan te toonen, daar in de mystische psalmen Christus openlijk tot den vader zegt: Gij weet van mijne dwaasheid . Het is waarlijk niet zonder goeden grond, dat de zotten zoozeer aan God behaagd hebben: de reden is, meen ik, hierin gelegen: evenals de hooggeplaatste vorsten menschen met al te groote geestesgaven verdenken en haten, zooals Julius Caesar Brutus en Cassius, terwijl hij den dronken Antonius volstrekt niet vreesde , en gelijk Nero Seneca , Dionysius Plato , en zij daarentegen in domme en eenvoudige geesten vermaak scheppen, zoo verfoeit en veroordeelt Christus ook die wijzen, die eeuwig zich op hun inzicht verlaten.

Wel verre van ons ervan te verdenken, dat wij hem beetnamen, dacht hij te goeder trouw, dat een of andere geheime vijand hem verdacht had gemaakt en misschien voelde hij zich geen goed Katholiek. Hoe het zij, ik heb nooit een man gezien, die meer in de war was.

"Maurits!" zeide met nadruk de Graaf, in wiens gemoed de verontwaardiging over zulk een opeenstapeling van onverdiende betichtingen de overhand nam boven droefheid en angst: "durft gij uws vaders zoon van zulke boosheden verdenken?" "Ik verdenk u niet meer," antwoordde de Prins met een verachtenden glimlach: "dat deed ik dezen morgen: waar de zekerheid bestaat, houden de vermoedens op."

Schranderder lieden dan hij, lieden van wie elk erkent dat hunne handelingen te geener tijd door vaniteit bestuurd werden, zijn dwaas genoeg geweest om ten einde toe aan de goede trouw van sommige personen te gelooven; en het moet nog uitgemaakt worden, of het beter is, alle menschen zonder onderscheid te verdenken, dan enkelen hunner als het uitgedrukt beeld der welwillendheid aan te merken.