United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


LALUS: Zoo is het. De goudzoeker zwoer bij al wat heilig was, dat hij nooit zóó bedrogen was. Maar nu de fout eenmaal ontdekt was, zou alles nu verder wel goed gaan en hij zou deze uitgaaf met grooten woeker vergoeden. De glazen worden geruild en ten derden male wordt de werkplaats ingericht.

De geheele geschiedenis teekent weer 't verlicht verstand van onzen geleerden landgenoot, die de onnoozelheid brandmerkt van zijne dikwijls lang niet domme tijdgenooten, welke zich van de alchemisterij wonderen voorstelden. PHILECOUS: Wat voor nieuws zou er wezen dat Lalus zoo bij zich zelven grinnikt en bijna in lachen uitbarst, terwijl hij zoo nu en dan een kruisje slaat?

Toen hem eindelijk eens werd bericht dat de priester zich in de slaapkamer van zijn vrouw bevond, keert hij onverwacht naar huis terug en klopt aan de deur. PHILECOUS: Wat wilde hij den kerel doen? LALUS: Nou, niet veel vriendelijks! Hem dooden of hem voor goed onschadelijk maken en de gelegenheid benemen ooit weer zijn streken uit te halen.

In dat oogenblik van dreigend gevaar dacht ik aan de Heilige Maagd. Ik viel op mijn knieën, ik smeekte Haar mij te helpen, als onze gave Haar welgevallig was geweest. PHILECOUS: En geloofde Balbinus dat alles? LALUS: Of hij het geloofde? Ja zelfs schonk hij hem vergiffenis en drukte hem op 't hart dat hij zich vroom moest gedragen en zich niet ondankbaar moest betoonen tegenover de Heilige Maagd.

Hij gaat dus in stilte naar Balbinus en licht hem in wat voor snaak hij in zijn huis koesterde. Hij raadt hem aan den kerel zoo spoedig mogelijk de deur te wijzen, wanneer hij soms niet wilde dat hij hem eens zou zien verdwijnen, na zijn kas geplunderd te hebben. PHILECOUS: En wat deed Balbinus? Hij liet toch natuurlijk den spitsboef in de gevangenis opsluiten? LALUS: In de gevangenis?

Hij trok zijn kleeren uit en sprong door een nauw venster naar beneden, wat nog al gevaarlijk was en hem lichaamsletsel bezorgde: maar hij wist te ontkomen. Nu, ge weet zulke histories gaan onmiddellijk als een loopend vuurtje rond. En zoo komt 't dan ook Balbinus ter oore. Onze kunstenaar was daarop ook wel voorbereid. PHILECOUS: Ha, nu zit onze slimmerd toch in de klem. LALUS: Mis!

LALUS: Maar de ander was nog voorzichtiger en zei: "Ge zult mij toch, hoop ik, wel vergeven dat ik u last veroorzaak, wanneer gij de reden verneemt waarom ik tot u ben gekomen." "Spreek op," zei Balbinus, "maar als gij kunt, maakt het kort." "Nu ik zal het," zei de ander, "zoo beknopt mogelijk vertellen.

PHILECOUS: Dat is de rechte manier om de gedaante der dingen te veranderen. LALUS: Toen Balbinus er op aandrong om het zaakje nu eens flink aan te pakken, zei de ander: "Ken je het spreekwoord niet: een goed begin is 't halve werk? 't Heeft heel wat voeten in de aarde om zijn stof goed voor te bereiden." Eindelijk begon hij het fornuis gereed te maken.

En wéér is hem geld uitbetaald, toen hij beloofd had, dat hij voortaan het heilige werk op reine wijze zou volbrengen. PHILECOUS: Nu, en 't slot? LALUS: O, 't verhaaltje is nog lang niet uit; maar ik zal 't kort maken.

PHILECOUS: Dien geleerden ouden man, van wien iedereen niets dan goed weet te vertellen? LALUS: Juist, zooals je zegt; maar geen sterveling is ten allen tijde verstandig of niemand is in alle opzichten volmaakt. Bij zijn vele voortreffelijke gaven heeft de man één klein gebrek: hij is reeds lang razend verzot op de kunst die ze Alchemie noemen.