United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu was dienzelfden dag de aartsbisschop van Napels begraven, Monseigneur Philippus Minutolo, in een rijk gewaad en met een robijn aan zijn vinger, die meer dan vijfhonderd goudguldens waard was, welken die twee zich hadden voorgenomen te gaan berooven. Zij gaven dit aan Andreuccio te kennen. Deze, meer begeerig dan bedachtzaam, begaf zich met hen op weg.

Neen, onze toekomst is de nacht. Aan gene zijde van het graf is niets en alles gelijk. Of ge Sardanapales of Vincentius van Paula zijt geweest, is hetzelfde. Ziedaar de waarheid. Men leve alzoo en make gebruik van zijn ik, zoolang men kan, dit is 't voornaamste. Waarlijk, Monseigneur, ik zeg u, dat ik mijn eigen wijsbegeerte en mijn eigen wijsgeeren heb.

De kist werd geopend; zij bevatte een koorkleed van goudlaken, een met diamanten bezetten mijter, een aartsbisschoppelijk kruis, een prachtigen bisschopsstaf, kortom al de bisschoppelijke versierselen, die een maand te voren uit de Lieve-Vrouwenkerk te Embrun gestolen waren. In de kist lag een papier, waarop deze woorden stonden geschreven: Cravatte aan Monseigneur Bienvenu.

Deze twee of drie millioen bepaalden zich inderdaad, zooals wij reeds gezegd hebben, tot zeshonderd dertig of veertig duizend francs. In 't begin van 't jaar 1821 berichtten de dagbladen den dood van den heer Myriel, bisschop van D., "bijgenaamd Monseigneur Bienvenu," in den ouderdom van twee-en-tachtig jaren en in den reuk van heiligheid overleden.

Ik zeg u, Monseigneur, dat wij grendels moeten hebben, al ware het alleen voor dezen nacht; want niets is verschrikkelijker, dan een deur, die met een klink van buiten geopend kan worden door den eerste den beste, en Monseigneur heeft de gewoonte ieder maar binnen te laten, al is 't ook midden in den nacht; lieve Hemel, men behoeft niet eens verlof te vragen..." Op dit oogenblik werd juist vrij hard aan de deur geklopt.

"Alleen." "Dat zult ge niet doen, Monseigneur!" "In het gebergte," hernam de bisschop, "ligt een zeer kleine gemeente, welke ik sedert drie jaren niet bezocht heb. Daar wonen mijn vrienden, vreedzame, brave herders.

Magloire begreep hem en ging om van den schoorsteen in de slaapkamer van Monseigneur de twee zilveren kandelaars te halen, welke zij met brandende kaarsen op de tafel plaatste. "Ge zijt wel zeer goed, mijnheer de pastoor, gij veracht mij niet," zei de man. "Gij ontvangt mij in uw huis. Ge ontsteekt uw waskaarsen voor mij.

Wij legden hem uit wat het doel was van ons bezoek. "Dat is dus een rooftocht?" vroeg hij. "Ja, Monseigneur." "Maar u zal mij wel drie uren gunnen, om mijn toebereidselen te maken?" De drie uren werden edelmoediglijk gegund, en om den wachttijd zoek te brengen, deden wij een wandeling door het dorp.

Monseigneur Lavigerie had te Carthago een pelgrimstocht in het leven geroepen, die de in zoo grooten getale in Tunis wonende Maltezers moest herinneren aan de Madonna van Melleha, welk beeld het hoogst vereerde heiligdom in hun geboorteland versiert, de Paulusgrot. Het was een der redenen waarom de kardinaal bij de Maltezers zoo bemind was.

Tot mijn leedwezen, Monseigneur, antwoordde mijn echtgenoot, kan ik de berichten, die gij verwacht, niet geven. Wij waren reeds op vier dagreizen van Erivan, toen men mij eerst sprak van de schatten van Etsjmiadzin; ik heb dus niet de eer gehad, den Katholikos te ontmoeten.