United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zij nu naar de groote kerk gingen en Andreuccio vreeselijk rook, sprak een van hen: Zouden wij geen middel kunnen vinden, opdat deze man zich ergens kan wasschen en dat hij niet zoo gruwelijk ruikt? Best, zei de ander, we zijn hier dicht bij een put. Daar is gewoonlijk een strik in met een grooten emmer. Laat ons daarheen gaan, wij zullen hem flink afspoelen.

Werkelijk, ge moet bij mij blijven soupeeren en hoewel mijn man er niet is, wat mij zeer spijt, zal ik u toch als vrouw wel goed weten te ontvangen. Andreuccio, niet wetend wat er op te antwoorden, zeide: Ik houd van u als zuster zooveel als het moet, maar als ik niet ga, zal ik den geheelen avond ten eten worden verwacht en ik zal onbeleefd zijn.

Andreuccio keerde zich naar de oude, herkende haar, en betuigde haar hierover zijn genoegen. Zij beloofde hem te komen opzoeken in zijn herberg en zonder veel woorden meer te verspillen vertrok zij. Andreuccio keerde zich om tot onderhandelen maar kocht dien morgen niets.

Toen Andreuccio haar dat fabeltje, zoo netjes en goed in elkaar gezet, hoorde vertellen, die nooit bleef haperen, nooit stotterde en toen hij zich herinnerde, dat zijn vader werkelijk in Palermo geweest was en daar hij zelf als jongeling de neigingen kende der jongelieden, die de jeugd lief hebben en toen hij de teedere tranen zag en de omhelzingen en de eerzame kussen, geloofde hij, dat dit meer dan waar was.

Het dienstmeisje antwoordde: Heer, wanneer het u bevalt; zij wacht u tehuis. Andreuccio hernam zonder zich in de herberg bekend te maken: Ga dan nu vooruit, ik zal na je komen. Maar hij, die niets wist noch vermoedde, verbeeldde zich, dat hij naar een fatsoenlijke buurt ging en naar een lieve dame en trad onbezorgd met het meisje voorop, het huis binnen.

Toen Andreuccio merkte, dat hij de opening van de put naderde, liet hij het touw los en sloeg zijn handen op den kant; de anderen, die dit zagen, schrikten er zoo geweldig van, dat zij uit angst het touw lieten schieten en zoo hard als ze konden, weg liepen.

Daarna begon zij hem nauwkeurig en met name naar al zijn verwanten te vragen, waarop Andreuccio antwoord gaf en geloofde daardoor nog meer, wat hij moest wantrouwen. Daar het praten lang had geduurd en de hitte groot was, liet zij grieksche wijn komen en confituren en gaf aan Andreuccio te drinken, die hierop wilde vertrekken, omdat het het uur was voor het avondmaal.

Andreuccio antwoordde, dat hij er eigenlijk niets van af wist en verhaalde geregeld achter elkaar, hoe het in zijn werk ging en ook wat hij rondom den put had gevonden. De anderen hoorden toe en vertelden hem lachend, waarom zij daar vandaan gevlucht waren en wat voor lui hem daaruit hadden getrokken. Zij gingen, toen het middernacht was, zonder verdere afspraak naar de groote kerk.

Nu was dienzelfden dag de aartsbisschop van Napels begraven, Monseigneur Philippus Minutolo, in een rijk gewaad en met een robijn aan zijn vinger, die meer dan vijfhonderd goudguldens waard was, welken die twee zich hadden voorgenomen te gaan berooven. Zij gaven dit aan Andreuccio te kennen. Deze, meer begeerig dan bedachtzaam, begaf zich met hen op weg.

Daarom keerden zij zich tot Andreuccio en zeiden hem: Als dat zoo is, vriend, dat jij je geld hebt verloren, dan mag je God nog danken voor het geluk van boven neer te zijn gevallen en dat je niet meer in dat huis mocht komen, want je kunt er van op aan, dat ze je daar vermoord hadden, zoodra je in slaap zoudt zijn gevallen en je zoudt dan je leven met je geld zijn kwijt geraakt.