United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Muze heeft mij 't diepst geluk geschonken, Dat ik gekend heb in mijn gansch bestaan, Háár oogen hebben zóó mij toe geblonken Als nooit het oog eens stervlings heeft gedaan. 'k Heb van *haar* mond vergetelheid gedronken En bovenaardsch, als 't Hemelrijk, een waan, En in het allerdiepst gebed verzonken Bood ik aan Haar mijn hart, mijn leven aan.

Toen lichtte Amadijs de ventalië van zijn helm omhoog. En zeide zacht en bescheiden: Mijn hooge heer en en valiante baroenen! God van Hemelrijk deed mij genadiglijk uw zevenen op mijn eenzamen weg ontmoeten. Ik ben Amadijs, schildknape des heeren Gawein.... Gawein!! bulderden zij allen en Bohort, haastig, ging door: Vertel mij, welzoete knape, van onzen Gawein.

Nele leefde bedroefd en eenzaam te Damme bij Katelijne, die om den ijskouden duivel riep, maar dewelke niet kwam. Ach! zei ze, gij zijt rijk, Hansken, en zoudt mij de zevenhonderd karolussen kunnen terugbrengen. Soetkin zou op aarde terugkomen en Klaas zou tevreden zijn in het hemelrijk; gij moet ze teruggeven. Doe het vuur weg, de ziel wil er uit, maak een gat, mijn ziel wil er uit.

Zoo zullen zij, bad Lancelot; als zwarte vogelen aan vliegen komen, o God van Hemelrijk, over uwe loutere wateren.... Zoo zullen zij, bad Gwinebant; als witte vogelen uit vliegen komen, o God van Hemelrijk, uit uwe loutere wateren.... Amen, baden zij beiden en seinden zich.

Ik herken hem, ook al kloofde ik hem! Didoneel! O, jonkvrouwe, van Tafel-Ronde was Didoneel ook mijn gezelle, als mij Mordret was! Barmhartige God van Hemelrijk, ik versloeg heden twee mijner gezellen en ridderen van mijnen Koning Artur van den Lande van Logres en zij waren feloenen en meineedig aan eede van ridderschap!

Onderbreekt gij echter de kuur, dan mag mijn ziel eens in het hemelrijk komen, terwijl gij dan alle rechten daarop verloren hebt." Deze overeenkomst behaagde den duivel zeer, die dadelijk daarop inging en onmiddellijk den wonderbaarlijken witten wijn, die borrelend uit de aarde opsteeg, begon te proeven.

Harde, herhaalde Gwinebant met een zekeren spijt, ook al vergat hij nooit Ysabele. Gawein! riepen de beide jonkvrouwen uit. Maar is hij ook niet van Tafel-Ronde? Gewes en zeker, bij Sint Michiel! riep Gwinebant. Bij Sinte Marië, Koninginne van Hemelrijk, voegde waardig Lancelot er aan toe. Wij kennen hem, zeide Ydeleine schalk. Wij kennen hem beiden, zeide Belleflore nog schalker.

De Heeren van Brederode hebben de Heerlijkheid Vianen altijd als onafhankelijk beschouwd van eenige oppermacht en verklaarden "dat zij deze alleen hielden van den God van Hemelrijk, Zonne en Maan", een verklaring, die van de zijde van Utrecht heftig protest uitlokte. De Heeren van Vianen boden op hun gebied ook niet zelden een veilige schuilplaats aan de vijanden van den Bisschop.

Hi han! kefte het jongetje. Plotseling floot Uilenspiegel opnieuw, welluidend als een kweelende leeuwerik. En de verrukte mannen, vrouwen en arbeiders vroegen hem waar hij dat goddelijk vogelgezang had geleerd. In het hemelrijk, van waar ik kom, antwoordde Uilenspiegel.

Ik en zag haar nie, zoete jonkver.... Ik ben eens armen ridders eenige zoon, verwantloos, en mijn vader stierf, en heer Gawein erbarmde God van Hemelrijk zij hem genadig zich mijner. Zaagt gij, zeg mij, Gwinebant nimmer? Ik en zag hem nimmer, jonkver.... Ik en zag alleenlijk Mordret... en ik zag Didoneel.