United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alle de ridders en de baroenen schrikten hevig. Maar de Koning riep: Wiganten gij en baroenen! Mijn arm is oud en beeft maar mijn oude kop is nog harde abel! En ik zal uwe prouaetse leiden en ik zal uw heir ordineeren, om mijn vriend, Koning Assentijn van Logres, in zijn burcht van Camelot te ontzetten.

Eedle ridders en baroenen Stroomen in hun feestdosch aan; Lauwerblaân En palmen groenen, Prijken, schittren in de zon: En de blanke hand der schoonen Zal hem kroonen, Die door moed of geest verwon.

Van de Valleie wist hij niets, maar hij meende, de baroenen moesten maar altijd recht-uit rijden, den Burcht van Koning Mirakel voorbij en dan links: daar waren weder andere wonderlanden: o, er waren er hier zoo vele, aan deze zijde van de rivier.

En het zwaard hoog geheven in de rechtervuist; gebeurde dit niet alles zoo snel als het niet is te zeggen of te zingen door vinder of minstreel? Naar Camelot! riep Gawein den baroenen toe, die stegen weêr op en het was een hevig gevecht tusschen de baroenen en hunne schildknapen met de Noordhumberlanders.

De dwerg grinnikte; de zon stond nog hoog aan het namiddaggeluchte en de zonnebloemen langs de muren en grachten straalden den gouden gloed terug... Toen grinnikte de dwerg en fluisterde: Hoor, mijn zoete knape! Ik en ben niet zoo dul als zij denken! De baroenen dwongen mij den burcht binnen te rijden en de garsoenen spanden het rosside uit.

Want hij herkende den ridder op de Kar! Maar achter hem had een schelle vrouwekreet weêrklonken. Het was Ysabele, die niet meer juichte om Lancelot; het was Ysabele, die, achter Gawein aanloopende, met velen der baroenen en edelvrouwen Gwinebant had herkend en uitriep: Gwinebant! O, Heiligen van Paradijs!

De baroenen van Noordhumberland, die in hunne tenten nog rustiglijk zaten te schaakspelen, maar gewapend, wierpen zich op de rossen en reden de tien ridders te moet, terwijl reeds ontbrand was strijd tusschen dorpers en serven, wijd rondom den belegerden burcht.

Maar als de Karre niet en beweegt en hier stille staat onder de koningslinde om den ridder van alle lachter te sparen, vermag niets ende niemand hem te bevrijden... En wie op de Karre springt, waarschuw ik u, ligt mede geboeid ter neêr! O wi, o wacharme! riep Amadijs. Zal God van Hemelrijk dat dulden! Ook de baroenen, die mede den dwerg hadden aangehoord, riepen: Bij Sint Michiel! Bij Sint Jan!

Gawein draafde aan tot soccoers... Maar te gelijker tijd werd zijn blik geketend door de princes op palafroet... Zij draafde heftig naar Gwinebant, te midden van hare baroenen, alsof zij mede aankwam tot soccoers, Ysabele, de schoone... En Gawein onstelde hevig, toen hij zijn bruid daar zag te midden van groot dangier...

Zoo, de baroenen om hen, de acht Tafel-Ronde-ridders rondom hen, als een wijde kring van bescherming en Koning Assentijn tusschen zijn lijfwacht volgende, draafde Gawein de eerste brug over van Camelot. Gejuich riep hem toe van wallen en tinnen en torens... En de vrouwen op den hoogsten torentrans, rondom Guenever, galmden het blijde heil!