United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Jazei de kleine Klaas, «dat is juist slim van mij gehandeld. Je hebt immers wel gehoord, dat ik je verteld heb, dat de zeemeermin tegen mij zei, dat er een mijl verder op den weg, en met dien weg bedoelde zij natuurlijk de rivier, want zij kan nergens anders naar toe komen, nog een heele kudde vee voor mij stond.

't Geluid van het orgel kwam naderbij, en Jantje was in de voordeur gaan staan, om van de muziek zooveel mogelijk te genieten. Eindelijk was het orgel tot voor den winkel gekomen en verscheen Mietje, de vrouw van den orgeldraaier, die Klaas Touw heette, aan de deur. Jantje haastte zich naar de keuken, en zei: "Moedel, daal is Klaas Touw met het olgel."

«Wat is datzei de groote Klaas en liep dadelijk naar den kleinen Klaas toe. «Waar heb je al dat geld toch vandaan gekregen?» «O, dat is voor mijn paardenhuid; die heb ik gisteravond verkocht

Zoo hij loopt, is 't dat hij zulks noodig heeft om te groeien; zoo hij niet werkt, is het dat hij nog niet begrijpt, dat werken een plicht is en als hij somwijlen dag en nacht, een halve week uitblijft, is het dat hij niet beseft hoeveel verdriet hij ons aandoet, want hij heeft een goed hart en ziet ons geerne. Klaas schudde het hoofd en antwoordde niet, en toen hij sliep, lag Soetkin te weenen.

«Dat is waarlijk goed betaaldzei de groote Klaas, liep gezwind naar huis, nam een bijl, gaf aan al zijn vier paarden een slag voor den kop, stroopte hun de huid af en reed met deze huiden naar de stad toe. «Huiden, huiden! Wie wil er huiden koopenriep hij door de straten. Alle schoenmakers en leerlooiers kwamen aanloopen en vroegen, wat hij er voor moest hebben.

Doch Uilenspiegel antwoordde niet. Weldra, sprak Lamme nogmaals, zijn wij aan mijn oude woning en wie weet of ik daar mijne vrouw niet zie. Doch Uilenspiegel antwoordde niet. Houten man, zeide Lamme, steenen hert, kan niets u dan bewegen, noch de nadering van het plekje, waar gij leefdet als kind, noch de dierbare schimmen van den armen Klaas en de arme Soetkin, de beide martelaren?

De kinderen, die uit kracht van de bedevaart verwekt zijn, worden vlug en wreedaardig, geweldig en roekeloos en, later, vrome soldaten. Eenklaps vroeg de heremiet aan Klaas: Herkent gij mij? Ja, sprak Klaas, gij zijt mijn broeder Judocus. Gij zijt er, antwoordde de heremiet, maar wie is die bengel daar, die leelijke gezichten naar mij trekt? 't Is uw neef, was 't antwoord van Klaas.

Zoo ging het ordelijk en ieder kreeg een plaats. Klaas en Jo en Nel en Kee bleven naast elkaar staan en zoo raakten ze in denzelfden wagen. »Gelukkig, we zitten bij Harmszei Klaas. »Waarom gelukkigvroeg Jo zacht. »Nou, dat is zoo'n aardige man; ik wed, dat we straks ook wel eens mogen mennenDaar kwam de juffrouw aan. »Bijna te laat, juffrouwriep Harms. »Mooi op tijd, Harmszei ze.

Frans Thor en Klaas Zwart hadden zich van lieverlede zeer nauw bij elkander aangesloten, en waren boezemvrienden geworden. Eindelijk waren zij samen een handeltje begonnen. Steeds kon men hen in elkanders gezelschap vinden met een mand tusschen hen in, of ieder met een zak op den arm of over den schouder.

De waard had zeer veel geld; hij was een heel goedhartig man, maar erg oploopend. «Goeden morgenzei hij tegen den kleinen Klaas. «Je bent er van morgen al vroeg op uitgegaan!» «Jazei de kleine Klaas; «ik moet met mijn grootmoeder naar de stad toe; zij zit op den wagen, en ik kan haar niet in huis brengen. Wil je haar niet een glas wijn geven?