United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waren er niet talrijke boodschaploopers noodig om niet alleen de Geesten, maar al de bewoners van het hemelrijk uit te noodigen, ten einde aan den stoet van den vergoodden monarch deel te nemen?

Eenigen speelden met den bal en hinkelden met steentjes over den vloer en zeiden: "Maaiken, nimmer speelt gij in het hemelrijk, en gij verveelt u: kom spelen met ons". En onophoudelijk hoonden zij het beeld, riepen, huilden en floten. De markgraaf gebaarde bang te zijn en ging henen. Hij deed de deuren sluiten behalve ééne.

Ik weet alleen, dat ik 's Konings Arturs Ronde-Tafelridder ben en dat, wen hij een queste verlangt dat zij om Scaec of Graal of Speer of wie of wat ook ik opsta van Tafel-Ronde en gereed mij verklaar.... En dat, als ik vroom ben der Maagd en Haar Kind, Gode van Hemelrijk, die voor ons geboren werd... en dat als ik bescherme zoo weduwe als weeze... en dat als ik versla feloenen, keytieven en ribauden... Gawein kon zijn reeds zoo moeilijken zin niet voltooien: de deur der zale opende; knapen met stallichten ter hand traden binnen; in een plotsen, gelen kaarsengloor, verscheen eene zoo blanke en blonde jonkvrouw, zoo lieflijk en uitermate schoon, dat Gawein, verblind, tevens verstomde en de handen, onbewust, hief en vouwde als zoude hij knielen gaan en aanbidden!

Broer Adriaensen, zeide zij, ging door voor een bespraakt predikant; hij stelde den geestelijken en den ongehuwden staat verre boven den anderen, als best geschikt om de geloovigen in het hemelrijk te brengen; zijne welsprekendheid was groot en onstuimig: daardoor bracht hij het verstand op hol van meerdere eerlijke vrouwen, onder dewelke ik telde, en ook van een groot aantal weduwen en meidekens.

Bij den rijken God van Hemelrijk! Zij wilden den dwerg te lijf en hem als een worm vertrappen. Maar Lancelot, Galehot stortten toe, zelfs Gwinebant verliet Ysabele, om den dwerg te ontzetten. Ridderlijke daad zoû het niet zijn een dwerg te verdelgen en daarbij, zoo hij verdelgd ware, wie wist van de Karre en hare enghiene, zoo de voerder daar niet en ware?