United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


En in hun beider stemming kwam verandering.... Ze gingen zich wat meer kornuiten voelen; 't gaf hun een zekere voldoening dat verwonderde gekijk der menschen; Paul had zelfs een oogenblik van lichten trots daardoor, waarin dat nieuwe, zoo met haar te loopen door de menschenvolte, hem in-eens genot scheen, en 't hem verheugde dat dat nog zou duren, den heelen middag..., je hoefde daar niet over heen te denken.... Het was hem mogelijk met een echten glimlach iets tot haar te zeggen over dat verbaasd-nieuwsgierig kijken van de menschen, en 't was die glimlach in den toon waarop hij 't zei die als doorbrekend zonlicht viel, haar in 't gemoed.... Een juiching was daar eensklaps in haar hoofd, een lichtheid, voelen van geluk..., ze had zijn stem herkend.... Nu zou t wel gauw weer alles worden zooals dien eersten avond.

"Het heldere groen van de velden, de roodachtig bruine of de donkergroene kleur van de groote rivier, welke een contrast vormt met de kale, gele rotsen, onder een schitterend zonlicht en een helder blauwen hemel, bieden een schoon aspect aan". Oorsprong van het ras. De quaestie van de oorsprong van het ras bij de bevolking van het oude Egypte is een van de meest ingewikkelden.

Des morgens vroeg of dikwijls reeds in den nacht verlaat hij dit leger en graast dan op de met gras begroeide plekjes grond, die over dag aan 't zonlicht blootgesteld zijn. Des avonds gaat hij opnieuw voedsel zoeken, en maakt dan ook wel een wandeling langs de rotsen en door de wilgen, waarbij hij zich dikwijls op de achterpooten opricht. Vervolgens keert hij naar zijn leger terug.

En eindelijk met de Christelijke gemeente dien stemmenden avondzang: 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied. Het zonlicht moge nederdalen, Maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet. Dan trilde Moeders stem. Zij was weer in de pastorie van haar kinderjaren. Liefelijke schemeruren. Hoe heerlijk toch, dat alle uren van den dag hun eigen kleur en toon hebben.

Zóó worde uw beeld een voor-beeld den vervaarden, Die, ziende, deinzen voor huns levens graf: De blinde Dichter, gaand de treden af Met kalm gelaat, waarlangs het zonlicht klaarde ... Als in de stemm'ge stad het herfst-tij weeft Zijn gouden waas over de oude grachten En onder 't gulden loof een stemming zweeft van sterven in deze oude en gouden prachten,

Er is maar een eenvoudig thema, een enkel akkoord noodig, om de hartvervoerende fuga te doen klinken: een uitzicht op het gedroomd geluk van een schooner verleden is genoeg, een blik op zijn heldendom en zijn deugd, of anders de glans van het blijde zonlicht van het natuurlijk leven.

Hij begon langzaam te geraken onder de genotgevende koelte van den komenden nacht; van tijd tot tijd slurpte hij even aan zijn glaasje, om dadelijk zijn onbewegelijkheid te hernemen al starend naar den grooten weg. Het laatste zonlicht verdween van de aarde.

Zij hoorde tot de boschbessenpluksters, en de heer bij Biljoen zag haar voor 't eerst, toen zij aan het werk was. Het zonlicht speelde in het bosch de vogels zongen. Haar jong figuur had zich over de struiken gebogen, en haar fijne handen plukten. Zoo moogt ge hen zien, een eenvoudig meisje uit het volk, en de trotsche, slechte heer, die lachte. Ze keek om, en was verschrikt. Hij naderde haar.

Zij vond ze mooi die grijze gebouwen, waarop, door een dunnen nevel heen, als een waas van zonlicht lag, de plotselinge kijkjes op de rivier met het bijna stille, even rimpelende water, waarover de booten en schepen schenen heen te glijden, de bruggen met hare ranke bogen en de bevallige hansoms, die haar cab voorbij snelden; en door het open raampje keek en luisterde ze nieuwsgierig naar de pratende en roepende menigte.

Maar onmiddellijk liet hij er op volgen: »Het werd tijd!" Doch heerlijk mochten de vergulde koepeldaken in het zonlicht flonkeren, verrukt mocht de Keizer dit panorama der uitgestrekte, half Oostersche hoofdstad overzien, tevergeefs wachtte hij op het openen der poorten, op de komst van afgevaardigden, die de bevolking, den senaat, den adel met hun schatten aan zijn voeten zou voeren.