Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
In de groote zaal staan de roodgeschilderde kisten der kavaliers langs den wand en hun zondagskleeren hangen aan de haken in den hoek. Het schijnsel van het vuur speelt op de witte muren en op de geel geruite gordijnen voor de alcoven in den muur. De kavaliersvleugel is geen vorstelijk paleis, geen serail. Maar Liljecrona's viool klinkt er. Hij speelt la cachucha in den schemer.
Toen wij beneden kwamen, was het plein achter de herberg vol wagens en karren, terwijl uit de rijtuigen, die voor de deur stilhielden, boeren in hun zondagskleeren stegen, die hunne vrouwen in de armen namen om ze op den grond te zetten. Als ze daar stonden, schudden en rekten allen zich uit en streken de vrouwen hare gekreukte rokken glad.
Mijn oom had altijd veel gedachten, en gewoonlijk gingen die in zijne hersenkast rond, als kleine, aardige, nette kinderen met heldere, blauwe oogen, en al verjoegen ze elkaâr ook menigmaal, of al duikelden ze over elkander, of al speelden ze dikwijls blindemannetje en al richtten ze allerlei dwaasheden uit, zoo waren ze toch altijd in zondagskleêren, en in zijn oog, netjes en sierlijk om aan te zien; doch, de gedachten, die voor de deur van Witt bij hem opkwamen, waren als eene bende havelooze bedelkinderen, die zich niet lieten afwijzen maar de handen uitstrekten en uit éénen mond riepen: "Raadsheer, raadsheer Herse, help gij den molenaar!
De leprechauns wonen in de bergen en in groote, holle boomen en als de maan heel helder schijnt, vertoonen zij zich in hunne Zondagskleeren groene jagerbuizen en roode mutsen en dansen, dansen, dansen uren lang, tot het ochtendlicht begint te schijnen.
Daar stond Hjalmar plotseling in zijn Zondagskleeren midden op het prachtige schip; terstond werd het weer mooi, en zij zeilden door de straten, kruisten om de kerk, en nu was alles een groote, woeste zee.
Een lampje zonder kap stond ongezellig lichtend op een laag groen tafeltje; in 't haardvuur versmeulden de laatste houtblokjes tot asch en kool. Hij wachtte, lomp en stijf in zijn zondagskleeren, wat zij hem te zeggen had.
«Wel zoo!» zei domme Hans, «waar moet je naar toe? Je hebt je Zondagskleeren immers aangetrokken.» «Naar het hof van den koning, om de koningsdochter door praten te krijgen. Weet je dan niet, wat er in het geheele land bekend gemaakt is?» En nu vertelden zij hem alles. «Wel drommels! Dan ben ik ook van de partij!» riep domme Hans; maar zijn broers lachten hem uit en reden weg.
Toen werden de dominosteenen opzij geschoven en bleven ze nog wat zitten kletsen, bitter drinkend en kijkend naar buiten, door de viezig-beslagen en beveegde ramen, naar de onophoudelijk voorbijschuivende menschenmassa, het leger van Zondagsmenschen in saai-donkere, bruinige, groenige Zondagskleeren, onder 't wiebelend parapluie-dak vadsig aanslenterend in loome groepen, waar nu en dan, slank en haastig een heer doorstapte, met een strak gezicht, wendend zijn parapluie vlug naar links en naar rechts om er door te kunnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek