Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Papen zijnder in overvloet, die haer cost met arbeijden en bedelen moeten winnen, sijn gecleet en geschooren als de Japanderse papen. Hoe de grooten ende gemenen man gecleet gaen. Gaen meest gecleet op d'Chineese maniere, dragen hoeden, sommige van paerden ende koe hair en oocq van bamboesen gemaect, gaen met kousen en schoenen. Offer veel rijs ende andere granen wast.
Moet oock mijn bloemtje t'syner tijt Van yemant zijn gepluckt ? PAN. Iae, vryster, soojet weerdigh zijt, En soo het u geluckt.* Daer zijnder niet dan al te veel 437 Die staegh ten toone staen, Sy bieden ons een groene steel, Maer niemant wilder aen. Daer sweeft haer blat dan met den wint, Als stof gemeenlick doet.* Ach 't bloemtje dat geen plucker vint, Dat treet men met den voet.
Daar zijnder, roode als vier; castanjebruin geboende ; naar donkerbaaide bier, naar bijkans zwart bier doende: beglinsterd en beglansd; van vel en verwigheid, gelijk en ongelijk,–terwijl de zonne beidt.
Daer zijnder vry genough die my des komen vragen, En die noch boven dat mijn vrienden* wel behagen: Ick ben voor rijck, en schoon, en eerbaer* hier bekent, 955 En heb soo veel versoucx* als yemant hier ontrent. Maer dat is niet genough. Men kan geen liefde setten, Ter plaetsen daer men wil; want die is buyten wetten, En gaet daer 't haer bevalt.
Geteld, nu tokt zijn taalgetik, als ware 't op een marbelstik , dat perelkransen, van 't snoer gevallen, dansen. Geen vogel of hij weet zijn lied, zijn' leise en al zijn stemgebied, bij zijnder talen, nauwkeurig af te malen. 't En deert mij niet, hoe oud gedaagd, dat hij den zangprijs henendraagt, en, vogel schoone, mij rooft de dichterkroone!
Ja! daar zijnder hier wel met een minder windje naar den kelder 'egaan." "Een aangename consolatie," zeide Reynhove. "Ziezoo!" vervolgde Klaas tegen de dames: "nou doe jelui zelvers k 'ereis ondervinding op, dat het niet allemaal pleizier is aan boord. Nou dat's tot daaraantoe. Dit zeggende haalde hij een fleschje voor den dag: en Reynhove en ik verkwikten ons met een paar goede teugen.
den grond van alles; meer gezeid, maar nog niet al: Gods eerstigheid. VOETNOOT: 1 Gevlekt. Waar zit die heldere zanger, dien ik hooren kan en zelden zien, in 't loof geborgen, dees blijden Meidagmorgen? Hij klinkt alom de vogels dood, bij zijnder kelen wondergroot' en felle slagen, in bosschen en in hagen. Waar zit hij?
Voor een huis, waar de Mosterdpot uithangt: Ik lever uit Een zeldzaam kruit, Daar zijnder weinig in de stad Of 'k heb ze bij de neus gehad. Te Dordrecht in de Nieuwstraat staat onder een Molen en een Zeilend Scheepje bij een kruidenier: Ik laat alle winden waaijen En alle molens draaijen En alle waters vloeijen, En ieder zich met het zijne bemoeijen. Gedult overwind alles.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek