Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Hier treet de ridder in, en, schoon dat al de knechten 605 Zijn besigh op een ry de schotels aen te rechten, Hy des al niet-te-min onthout hem van den dis, Vermits hy, soo het schijnt, geheel onlustigh is.
De naem die hem wel eer was in den doop gegeven, Om als een Christen-mensch voortaen te mogen leven, 730 Wort by* hem voor het volck ten vollen af-geleyt, Soo dat hy nu voortaen Andreas wort geseyt.* Een met een grijsen kop die quam tot hem getreden, En biet hem veel gelucx, en seyt hem dese reden: Ghy, die als nieuwelingh in ons geselschap treet, 735 'T is nut dat ghy den gront* van onse rechten weet.
Noch hiel ick u te goe, Indien uw trotse moedt Niet reede een oorloogh toe, O gruwel! op den vloedt, Op grondeloosen plas Te vechten, lijf aen lijf: Die bodem is van glas, O Reuzen, treet niet stijf. Te lande is vlughtens troost, De wanhoop drijft in 't schuym, Och! of ghy 't land verkoost.
Maer t'wijl sy in den geest hier mede besigh sit, Soo treet haer vader toe, en seyt haer weder dit: 1340 God heeft ons grooten troost en blijdschap toe-gesonden, Om dat ghy, weerde kint, ten lesten zijt gevonden, Om dat ghy noch gesont en in het leven zijt; Maer daer is echter wat dat my in 't herte snijt.
"Ja, en voorwaar, de man heeft in lang niets geschreven, dat hier bij haalt: luister maar eens" en den vinger brengende aan eene der plaatsen uit het dichtstuk, welke juist zijne aandacht getrokken had, leest hij overluid: "Ontfangt dees bron der marteladeren Ghy Engelen, nu treet Haar tegen: zij vergeet Haar volck en vaders huis, Gesproten uit Ferguis, Dien ouden stam, en hondert vaderen; Al koningen, van Godt geschapen Ten scepter, ingewijt In 't aenzicht van den Nijt, Gezalft van eeuw tot eeuw.
Moet oock mijn bloemtje t'syner tijt Van yemant zijn gepluckt ? PAN. Iae, vryster, soojet weerdigh zijt, En soo het u geluckt.* Daer zijnder niet dan al te veel 437 Die staegh ten toone staen, Sy bieden ons een groene steel, Maer niemant wilder aen. Daer sweeft haer blat dan met den wint, Als stof gemeenlick doet.* Ach 't bloemtje dat geen plucker vint, Dat treet men met den voet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek