United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voor een huis, waar de Mosterdpot uithangt: Ik lever uit Een zeldzaam kruit, Daar zijnder weinig in de stad Of 'k heb ze bij de neus gehad. Te Dordrecht in de Nieuwstraat staat onder een Molen en een Zeilend Scheepje bij een kruidenier: Ik laat alle winden waaijen En alle molens draaijen En alle waters vloeijen, En ieder zich met het zijne bemoeijen. Gedult overwind alles.

Eens nu dat Jan van Zuursmoel met eenige vrienden aan tafel zat, zei de keukenmeid tot Uilenspiegel: Ga naar den kelder en haal er den zennep, wat toen mosterd bediedde. Uilenspiegel opzettelijk kennep in plaats van zennep verstaande, bejegende den mosterdpot met de meest mogelijke verachting en kwam hem vervolgens op de tafel stellen, heimelijk lachend. Waarom lacht gij? vroeg Jan van Zuursmoel.

Schaunard gebruikte daarbij de rest van zijn bezinning, om zich in de glazen te vergissen en dat van Colline te ledigen, die op zijn beurt met het ernstigste gezicht van de wereld zijn beschuit in den mosterdpot doopte en mademoiselle Mimi het wijsgeerige artikel, dat in le Castor moest verschijnen, trachtte uit te leggen.

"Ja," antwoordde de gevraagde, terwijl hij de zonderlinge gestalte, die juist in het schijnsel van het vuur stond, verwonderd opnam van het hoofd tot de voeten: "Maar wie zijt gij?" "Ik?" lachte het dikke ventje. "Ik ben Tante Droll." "Een tante! Sapper de malle mosterdpot! Wij hebben hier wat anders te doen, dan praatjes te maken met vrouwen en oude tantes!"

Meent gij dat onze neuzen van koper zijn? Eet zelf dien zennep, mits gij hem zelven gereedgemaakt hebt. Ik eet liever kaneelkoekjes, antwoordde Uilenspiegel. Jan van Zuursmoel stond recht om hem te slaan. Wat hebt gij in dien mosterdpot gedaan? sprak hij.