Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 september 2025


God beware den schelm, want ik .... En pastoor Doening, uit de ziekekamer tredend, had met een teeken Ernest naar binnen gewenkt. Vere, het hoofd diep in de kussens, lispelde tot tweemaal: Ernest!.... Ernest!.... De doezelige schemerklaarte maakte hem eenigszins sterk. Hij vreesde altijd een vol licht op zijn aangezicht.

Gij hebt geleefd, zei Simon kom! Beladen met zijn twijfel, volgde hij. De vestibule was duister. Ko stond bij de trap en wenkte zwijgend. Als antwoord op een teeken van Simon, hief hij bedrukt en moedeloos zijne ronde schouders. Er brandde een groen lichtje over de trap. Ko ging Lieven en Simon voor, nam hun hoed en hun mantels, en deed geluideloos de ziekekamer open.

Die inrichting, dat het kind eerst volkomen machteloos is, en zoo weer sterven zou, zoo het niet geholpen wierd; die moederborst, die gereed is, om de dorstige lipjes te besproeien; die sterke aanhankelijkheid van de jonge kraamvrouw aan dat wichtje; dat tobben met het kindeke, eer het iets spreken of loopen kan; die arbeid, die er in het zweet des aanschijns voor moet afgesloofd, om het te kleeden en brood te geven; en straks te ontwikkelen, iets te doen leeren, en te vormen; en wat ge er uit de ziekekamer en het bidvertrek nog bij kondt voegen, dat alles ligt als in kiem in die éene gedachte Gods: een kind uit een vader en moeder.

Nu blijkt, dat de operaties die Herder achtereenvolgens heeft ondergaan jammerlijk mislukt zijn. De zieke ontlast al zijn wrevel op Goethe. Maar deze verdraagt dit zonder morren; hij wijkt niet van de ziekekamer, waar hij onder Herders leiding meer en meer bevrediging gaat vinden in het streven van de Sturm- und Drangbeweging.

Hoewel voor Helding een bed in een afzonderlijk vertrek gereedgemaakt was, verkoos hij, gelijk niet te verwonderen was, den nacht in de ziekekamer door te brengen. Wat mij betreft, ik begaf mij met Pulver, nadat wij het avondeten gebruikt hadden, in de ons aangewezen slaapkamer, waar wij ons in twee tegenover elkander geplaatste bedsteden ter ruste schikten.

De dokter kwam en verklaarde de ongesteldheid voor bedenkelijk. De studeerkamer werd tot een ziekekamer ingericht, de patiënt met zijn bed derwaarts gebracht; aan zijn voogd geschreven. Deze kwam na een paar dagen. Het was een oud vrijer, die nooit zieken had bijgewoond en wien de handen buitengewoon verkeerd stonden, klein van verstand en dof van gevoel. Hij liet mij het bestier in alles over.

Altijd herrie, of leeg-holle kamers, met maar 'en enkel mensch er in, heen en weer geloop naar de ziekekamer, de kinderen schreeuwend, omdat ze alleen gelaten werden, en Sefie uit d'er keuken geloopen, òf naar de straat òf naar het gangetje van de drukkerij.... Aardig, dat Meneer die ongezelligheid ook akelig vond: zoo iemand, die òp scheen te gaan in z'en zaken!

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek