Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Ze leerden elkaar kennen bij den Amsterdamschen fabrikant GRAVE, in en die persoonlijke kennismaking leidde tot ideale vriendschap waar Betje zoo mee dweepte vriendschap tot aan hun dood: . Kort na elkaar overleden ze. AAGJE was een boerenmeisje, opgevoed in het Weeshuis "De Oranje-appel" te Amsterdam.
De angst gaf mij vleugelen om de priesters van het weeshuis te ontvluchten, waar ik in geen geval wilde terugkeeren; zulk een tegenzin had ik in de manier, waarop zij Latijn onderwezen. Ik bereikte Tolédo, en de fortuin was mij gunstig in die groote stad. Een heer, die zeer goed gekleed was, hield mij aan en zei: "Vriendje, wil je in mijn dienst komen? Ik heb een jongen zooals jij noodig."
Verleden jaar is de Regeering het Weeshuis goed gezind geweest. En heeft den regenbak gevuld. Dat gaat dan zóó: een hulpbuis wordt over de straat gelegd, van af de hoofdbuis, en weder weggenomen als de bak vol is. Maar dat kost óók geld. En de dichtstbijzijnde waterkraan is nog tamelijk ver. Af en toe laten de waterdragers u in den steek. En dan is het: droog afdoen.
Daar werden wel tienmaal zooveel menschen in een uur doodgemaakt als wij hier samen kinderen in het weeshuis zijn dat zei de Mijnheer dus wat een boel! Zoo omstreeks vijf uren 's middags waren al de menschen in het stadje vreeselijk bang, en hadden allen de deuren en ramen gesloten, want de kogels en verschrikkelijk groote bommen vielen op de huizen en overal.
"Jawel," zeide André, die zich herinnerde Lidewyde over die inrigting te hebben hooren spreken. "Een weeshuis is het eigenlijk niet, mijnheer, want mijn vader en moeder leven nog. Ook dragen de meisjes elk haar eigen kleeren en behoeven niet twee aan twee achter elkander over straat te gaan. Iederen ochtend komt de oudste dominé een hoofdstuk uit den Bijbel lezen. Dat is in het testament bepaald."
Daar ging ik een logement binnen en de eigenares, een vrouw van veertig jaar, die bij het gezicht van mijn kleeren meende, dat ik weggeloopen was uit het weeshuis, vroeg mij mijn naam en waar ik heenging. Ik antwoordde haar, dat ik mijn vader en moeder had verloren en ergens een dienst zocht.
Ik liet mij overreden en volgde den kluizenaar, die mij tal van vragen deed, die ik, naar het scheen, tot zijn genoegen beantwoordde. Toen wij in zijn woning aankwamen, gaf de oude man mij eerst eenige vruchten, die ik verslond, want ik had dien dag nog niets gegeten dan een stuk droog brood, dat ik in het weeshuis voor ontbijt had gekregen.
Sedert was hij looper voor een kantoor, en daarna huisknecht bij onderscheidene lieden geweest, waarvan sommige dood en andere geruïneerd waren; en daar hij, bij de groote opruiming, te oud was geweest om naar Frederiksoord te worden gezonden, had eindelijk het Weeshuis hem overgedaan aan het Diakoniehuis.
En een dak van wit gekalkt gewelf. De zon van Palestina is een gezegende zon: die is altijd en overal. Er zijn hier een vijftig kleine jongens in het weeshuis. Laten wij later eens hun geboorteplaatsen opschrijven. Dan kunnen wij zien, hoe het Joodsche Volk gezworven heeft. Er zijn in het Weeshuis zelf geen tien manspersonen boven dertien jaar, die toch bij de gebeden aanwezig moeten zijn.
Als de koepel van Sint-Paul boven Londen, zoo verheft zich boven Charleston de toren van een nieuw weeshuis, die de vroolijke stad en de ruime baai, de fraaie torenspitsen en bloeiende tuinen, en ook de in puin liggende gebouwen, beheerscht. Op het plat van dien toren gekomen, vinden wij daar een wachter, die, in een hoek geleund, zijn pijp rookt en naar de lucht ziet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek