Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Op onzen ellendigen aardbol is het altijd te heet of te koud; men bevriest er in den winter en smelt er in den zomer; het is de planeet van verkoudheden en van bloedspuwingen, terwijl b. v. op Jupiter, wiens as zeer weinig helt, de bewoners, aangenomen dat zij er zijn, altijd een onveranderlijke temperatuur genieten; er is een gordel van lente, een gordel van zomer; een gordel van herfst en een gordel van winter allen bestendig; iedere Jupiterbewoner kan het klimaat kiezen dat hem bevalt en er zich vestigen, dan is hij vrij van alle weersverandering.
Toen Huck na het avondeten zijn pijp voor den dag haalde en er ook een voor hen wilde klaarmaken, bedankten zij en verklaarden dat zij zich niet wel voelden, omdat iets, dat zij 's middags gegeten hadden, hun nog in de maag zat. Tegen middernacht werd Joe wakker en riep de jongens. Er was eene drukkende benauwheid in de lucht, die weersverandering scheen te voorspellen.
De Magot is de eenige Aap, die tegenwoordig nog wild in Europa gevonden wordt. Ongelukkig kon ik gedurende mijn verblijf in het zuiden van Spanje (in 1856) over de Apenbende, die de rotsen van Gibraltar bewoont, geen nauwkeurige en uitvoerige berichten verkrijgen: Men verhaalde mij, dat dit gezelschap nog altijd vrij talrijk is, maar niet zeer vaak gezien wordt. Van de vesting keek men dikwijls met verrekijkers naar de dieren; men zag ze, om voedsel te zoeken, steenen omwentelen, zoodat deze van den berg afrolden. In de tuinen kwamen zij, naar mij gezegd werd, zelden. Ook de Spanjaarden konden mij niet mededeelen, of deze dieren werkelijk als Europeanen beschouwd moeten worden, of uit Afrika overgebracht waren. Volgens A.G. Smith, die op de plaats zelf gegevens verzamelde, werd het aanwezig zijn van deze dieren in Europa dikwijls in twijfel getrokken, door sommigen zelfs als een dwaas sprookje beschouwd, o. a. door een scheepskapitein, die dikwijls te Gibraltar kwam. Smith verzekert dan ook, dat hij bijna alle geloof er aan verloren had. Hij kwam echter tot andere denkbeelden, toen hij den vlaggestok op den top van den berg bezocht, om zich te verlustigen in het heerlijke uitzicht, dat men vandaar in alle richtingen heeft. Toevallig vernam hij van den vlaggewachter, dat "de Apen bezig waren rond te trekken". Nu begon onze zegsman met zorg berichten te verzamelen, en een verslag op te maken, waaraan het volgende ontleend is: "Op deze rots hebben de Apen sedert onheuglijke tijden post gevat; wanneer, en hoe zij over de zee gekomen zijn, is echter niet gemakkelijk uit te maken; de Moorsche sage, dat zij ook nu nog door een onderaardschen gang, onder de zeeëngte door, heen en weergaan tusschen Gibraltar en Marokko, luidt toch wel wat al te onwaarschijnlijk. Met zekerheid kan men alleen dit zeggen, dat zij er zijn, hoewel hun aantal aanmerkelijk verminderd is, zoodat gedurende eenige jaren het geheele gezelschap uit vier exemplaren bestond. Men ziet ze zelden; zoodra echter de wind omdraait, veranderen ook zij gewoonlijk van verblijfplaats. Weekelijk en gevoelig als zij zijn, schuwen zij elke plotselinge weersverandering, vooral het omslaan van den wind van het westen naar het oosten, of omgekeerd; zij trachten zich daartegen te beveiligen, door achter de rotsen weg te kruipen. Zij zijn zeer bewegelijk, en kiezen tot woningen het liefst steile afgronden, waar zij in 't ongestoorde bezit zijn van vele holen en gaten in de losse steenmassa. Het kost hun, naar 't schijnt, niet veel moeite, voedsel te vinden; want zij zien er zeer welgedaan uit. Men houdt ze gewoonlijk voor buitengewoon schuw, en zegt, dat zij bij het geringste gedruisch vluchten; mijn berichtgever ontkent dit echter, en toonde mij tot bewijs voor zijn bewering eenige rotsen, van waar zij hem op dienzelfden morgen hadden aangestaard, zonder vrees te toonen voor zijn kleurigen Engelschen uniform of voor zijn onderofficiersblik. Vrij langen tijd bleven zij staan op een afstand van 30
»Wel, ingenieur?" riep de kapitein uit. »Een spoedig ophanden zijnde weersverandering," antwoordde Banks. »Overigens zijn we in de eerste dagen van Juni, waarin wijzigingen van het klimaat voorkomen. De verandering van moesson zal ons spoedig in het seizoen der periodieke regens brengen."
De behoefte aan eenzaamheid, die haar overviel, de weinige voorkomendheid, die zij den geleerden Beerenkooi betoonde, wat deze zich minder aantrok, dan zij zelven deden, dat alles was niet geschikt om hun verblijf te Oban te veraangenamen. Zij wisten niet wat te verzinnen, om afwisseling in die eentonigheid te brengen. Te vergeefs bespiedden zij iedere weersverandering.
De Kievit is een van de eerste lenteboden; evenals de Spreeuw en de Leeuwerik verschijnt hij soms reeds in 't vaderland, als de winter er nog zijn schepter zwaait en hem gebrek doet lijden. Meer dan van andere Vogels heeft men van den Kievit waargenomen, dat het hoofdleger voorafgegaan wordt door enkele éclaireurs. Deze worden dikwijls bitter teleurgesteld door een weersverandering.
De barometer evenwel bleef ongevoelig voor de verwijten der beide ooms en weigerde een aanstaande weersverandering te voorspellen. Met hoeveel zorgen zij ook wel tienmaal per dag met een kleinen, korten slag op het werktuig tikten, om een wijzer-slingering te veroorzaken, helaas! de wijzer steeg geen enkele streep! O! die barometers! fatale dingen!
Ik maakte echter geen tegenwerping, maar zat zwijgend mijn gewond been te wrijven. Ik had eenigen tijd geleden er een kogel door ontvangen, en hoewel ik er weder op gaan kon, kondigde het op pijnlijke wijze elke weersverandering aan.
De jongen, die het dapperst leek, werd tot aanvoerder aangesteld, en de anderen hadden te gehoorzamen aan al zijn bevelen. Totdat de knapen twaalf jaar oud waren, liepen zij bijna naakt rond, opdat zij zouden gehard worden tegen elke weersverandering. Zelfs mochten zij na dien tijd niet meer dan één kleedingstuk dragen.
Gedeeltelijk was ik op deze verhevene aanspraak voorbereid; doch mijn brein was ruim genoeg om tevens eene groote hoeveelheid verwondering te kunnen bevatten over deze plotselinge weersverandering. Ik antwoordde, dat hij mij gisteren verlof beloofd had, en dat ik op grond van die belofte het grootste gedeelte van mijn goed aan den wal had laten staan en daardoor zóó niet naar zee zou kunnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek