United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij ziet hem en wendt zich, en weg schiet zij snel als het weerlicht, weg in den zonneschijn. Maar nauwelijks begon de eerste dar zijn vlucht, of een ander volgt hem en weer, en weer een ander. Nu komen zij op in dichte drommen voor de wedvlucht, totdat de vluchtende koningin als een grijze wolk, die haar volgt, een geheelen stroom van darren heeft aangelokt.

Bij 't weerlicht of een kronkelende bliksemstraal zag men een stuk dak, een vensterraam door de lucht vliegen en met vreeselijk gedruisch neerploffen: geen rijtuig, geen voetganger ging de straat over.

Haar lezen was een ongedurig glippen van bladzijde op bladzijde, met sprongen over geheele hoofdstukken heen; en niet minder bewegelijk dan haar lichaam was haar gelaat: onophoudelijk, als weerlicht in eenen zomernacht, schoten uit de hoeken van haren fijnen mond de trekjes van spot en van spijt, van humor, hoon, vernuft en gemelijkheid; het leek wel of er kwik voor bloed stroomde door hare slangachtig ranke gestalte maar kwik op koortshitte dan.

Slechts éen ding, ge moet hen niet te na komen. Ge moet u niet inbeelden, dat ook voor hen het woord van vermaan en bestraffing nog noodig kan zijn. Van een onweder, dat over de wereld kan losbarsten, hooren ze gaarne; maar in Sions gevelspitse en in Sions toren slaat het weerlicht van dien storm der elementen nooit in.

"Mag 'k meerijjen ik zal 't goed met je maken?" "Om de weerlicht nie," betoogde de man in de sjees: "jij lijkt wel erges uit-gebroke te zijn...." "Dat bèn 'k ook," praatte Pieter Zwaluw; "uit 't kerkhof." De boer trok de leidsels aan. "Rij in Godesnaam niet door!", smeekte Pieter, ziek van pijn en duizeligheid: "ik geef je vijf en twintig gulden as je me na 't dorp brengt!"

En plotseling verduidelijkten zich hel in felle sulfergloren, die als weêrlicht schenen, de tronies der aangezweefde, demonische schepselen, bleek, grijnzend, dreigend. En door het schuifelen en suizen en sissen heen, verstond ik de woorden, die weêrklonken van uit de rollende wolk, die woelde boven de wereld.... Zeg ons, heer, uw wil!

Hij zette, vóór, garsoenen schoten op de paarden toe Lancelot en Lionel hem konden verhinderen, zijn voet op de Kar... Er was als donder en weêrlicht uit blauwe lucht; de dwerg grinnikte; angstig hinnikte het mizerabele paard.... In de Kar lag Gawein... En wrong zich, gebonden, de kleêren verscheurd. Tusschen Lancelot en Lionel stond wankelend Gwinebant. Hij was heel bleek.

Alsof het van gisteren was herinner ik mij nog helder-duidelijk wat ik op dat oogenblik als in een weerlicht zag en wat ik daarbij instinctmatig deed en zei. Ik zag een donkerblauwe opwuivende rok en daaronder iets van 't fijnste witte linnengoed en kantwerk; ik zag fijn-elegante, zwart-glimmende laarzen en dof-zwarte kousen; ik zag heel even, als een lichtroze bloem, iets van een knie....

VaarwelEn de oostenwind spreidde zijn groote vleugelen uit; zij schitterden, evenals het weerlicht in den oogsttijd, of het noorderlicht in den winter. «Vaarwel! Vaarwelklonk het van bloemen en boomen. Ooievaars en pelikanen schaarden zich als fladderende linten in rijen en brachten hem tot op de grenzen van den tuin.

Alhoewel nu en dan een zwakke weerlicht uit den schoot der donkere streep opwalmde, begreep ik niet waarom de schipper onmiddellijk ongerust werd en met stille stem geheimzinnige bevelen aan zijne bootsgezellen gaf.