Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Rondom hun tafeltje stonden andere tafeltjes, naakt-houten koffiehuistafeltjes, en daaraan zaten allerlei mannen, heer-menschen, met oplettendheid lekker te eten en te praten met gezichten die wat uitdrukten: genot, genoegelijkheid, blijdschap, belangstelling, er was er een die keek met een siekeneurige bezorgdheid; en hij voelde dat zijn eigen gezicht niets uitdrukte dan misschien verveling en gemelijkheid. Overal in 't café, tusschen de kil-naakte caféwanden, was geroes van hard praten, en de kelners liepen en riepen door de zaal met een zjeuïge haast, met famieljare aanmatiging en harde, mislukkende affectatie-geluiden, quasi-grappige dreunen: As-je-blief!.... Aánnemen, meneer!.... kóm bij u!.... h
Op den avond van denzelfden dag, op welken Joan in Den Bosch was gekomen, zat de Grootmeester der artillerie, Don Louis de Velasco, met een ontrust gemoed een brief te herlezen, welke hij reeds meermalen met gemelijkheid had nedergeworpen.
Haar lezen was een ongedurig glippen van bladzijde op bladzijde, met sprongen over geheele hoofdstukken heen; en niet minder bewegelijk dan haar lichaam was haar gelaat: onophoudelijk, als weerlicht in eenen zomernacht, schoten uit de hoeken van haren fijnen mond de trekjes van spot en van spijt, van humor, hoon, vernuft en gemelijkheid; het leek wel of er kwik voor bloed stroomde door hare slangachtig ranke gestalte maar kwik op koortshitte dan.
De belangstelling van het publiek, die ontaardde in speurzucht, onderhield hun gemelijkheid. Goethe liet niet af te betoogen, dat hun smart klein was, vergeleken bij de intense vreugde en de diepgaande leering die het boek aan duizenden en duizenden had geschonken. Zij wisten ook wel dat hij, al schrijvend, niet aan hen had gedacht.
De oogen staan flauw en mat, en zijn als weggezonken in het vleezige gelaat, dat eene uitdrukking heeft van hardheid en gemelijkheid, waarin men moeite zou hebben den gullen, vriendelijken man van voorheen te herkennen. Toch schijnt alles aan te duiden, dat hij naar het stoffelijke geen oorzaak heeft tot klagen of morren.
Zijn vroeger zoo weelderig, ravenzwart haar was vergrijsd, en hing ordeloos om hoofd en kin; terwijl de zegevierende trotsche glimlach, die eens aan zijne trekken een eigenaardig karakter bijzette, plaats had gemaakt voor eene uitdrukking van gemelijkheid en norsche strengheid.
Dit voorstel lachte Verburg aan, die haast had het tooneel zijner vernedering en ontberingen te verlaten, en Claudine verheugde zich in het vooruitzicht dat haar vader niet meer onder den invloed zou zijn van zijn demon in vriendengestalte, en zich naar eene plaats zou begeven waar hij meer hulpmiddelen zou vinden om de verveling te verdrijven; maar de plooi der gemelijkheid en der onvergenoegdheid had zich toch reeds gezet en was zelfs niet door verbeterde omstandigheden geheel uit te wisschen, en de lust om tijdverdrijf te zoeken door eenige werkzaamheid was geheel in hem verloren gegaan.
Weldra veranderde de gemelijkheid in aandoening; ik vroeg haar, waarom zij niet trachtte, om het zoontje in de School van Dooven en Stommen te Parijs te bezorgen, doch de goede arme vrouw antwoordde op eenen teederen toon, dat zij bang was, dat het mishandeld zou worden, en hoe zeer zij hard werk had, om aan den kost te komen, het echter niet gaarne zou verlaten.
»Zoudt gij u in staat achten om naar het miniatuur in 't horloge een groot portret te schilderen?" »O ja! dat zou wel gaan. Ik ben geen ongelukkig kopiïst, maar ziedaar eene sterkte, die tegelijk eene groote zwakheid verraadt," antwoordde Frits met zekere bitterheid, waar niet slechts spijt, maar ook dat tintje gemelijkheid uit sprak van iemand die zich ongaarne nuttelooze vragen ziet voorgelegd.
"Niet kwaad!" luidde het leuke antwoord. "Wat? Noemt gij dat leuk weg niet kwaad? Bedenk eens welk een hoogte, en dat het schot den vogel precies in het leven heeft getroffen, want hij was reeds dood boven in de lucht. Ieder kenner zou het een meesterlijk schot genoemd hebben!" "Well, de tweede!" knikte de lord den langen jager toe, zonder op de gemelijkheid van den kleine te letten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek