United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geen bont of hermelijn versierde zijn kleeding; maar uit aanmerking van zijne hooge jaren was des Grootmeesters wambuis, zooals de regels vergunden, met het fijnste lamsvel bezet, met de wol naar buiten gekeerd, hetwelk het dichtste bij bont kwam, de grootste weelde van dien tijd.

In de eerste plaats heet ik niet meer Rodolphe, maar Romeo Montague, en je zult me zeer verplichten mij in het vervolg zoo te noemen. Bovendien heb ik, opdat iedereen het zal weten, nieuwe visitekaartjes laten drukken. Maar dat is niet alles: ik zal van de omstandigheid, dat we nog niet in den carnavalstijd zijn, gebruik maken, om een fluweelen wambuis en een degen te dragen."

Dan komen al de boeren bij troepen door het bosch slungelen; een Kennemer boer heeft nooit eenige haast, tenzij op de Alkmaarsche kaasmarkt, als het er op aankomt eene goede plaats te "bedekken". Langzamerhand naderen zij allen, de een met de handen op den rug, en de ander met de handen in de zakken van 't wambuis, ter plaatse waar de parken nederliggen, en waar de opgaande boomen staan die, met een blutsje van de bijl en een nommer, ten doode zijn opgeschreven, en zoo onder de eersten als bij de laatsten wordt naar gading gezocht.

De wijde broek, die tot even boven de knieën reikte, was van dezelfde stoffage; zijn welgevormde beenen staken in fijne witte hozen, en zijn schoeisel bestond in kleine lederen laarsjes, die van binnen met rozerood fluweel waren gevoerd. Blinkende knoopjes versierden zijn wambuis.

Hij gaf bevel, om goed wacht te houden, en voegde aan de belooningen van de souvereinen nog de gift van een fluweelen wambuis toe aan hem, die het eerst de kust zien zou. Des nachts wakkerde de wind aan en snel kliefde de kleine vloot de golven. De Pinta zeilde het hardst en was een weinig vooruit.

Zij wilde tot Nele spreken, maar Nele antwoordde heur niet, want zij was jaloersch. Uilenspiegel kwam terug; hij was schoon gewasschen en had een bombazijnen wambuis aan. Hij zag er flink uit in zijn zondagspak. Gaat gij toch mee? vroeg Nele hem. Ik ben dadelijk terug. Wil ik in uwe plaats gaan? sprak Nele. Neen, zegde hij, de wegen zijn vol modder.

Een eenvoudig donker blauw fluweelen wambuis omsloot de tengere leden; de hozen van dezelfde kleur, met galon op de zijnaden, waren aan de knieën vastgestrikt, terwijl een bandelier van oranjezijde hem dwars over de borst hing. Zwijgend stond hij voor zijne grootmoeder; want het was toen, evenals tegenwoordig, fatsoenlijk, dat kinderen zwegen, totdat oudere menschen hen aanspraken.

"Gij mij dwingen!" riep de monnik; "wacht maar, tot ik dit grijs monnikskleed tegen een groen buis verruild heb, en als ik u niet met mijn knuppel een tik op het hoofd geef, dan ben ik noch een echte monnik, noch een goed jager." Dit zeggende, trok hij zijn monnikskleed uit, en verscheen in een nauw zwart linnen wambuis en broek, waarover hij spoedig een groenen rok en broek aantrok.

Het enge wambuis van gebreide wol, laag uitgesneden om den hals, deed hem in de verte op een jongen athleet gelijken, met een buigzamen malienkolder aan.

Hulp! hulp! Uilenspiegel! kreet Lamme. Doch Uilenspiegel antwoordde niet. Gij hebt geen hert, zuchtte Lamme, terwijl hij zijnen vriend overal zocht. De zweepen werden aangebracht. Twee van de meidekens begonnen Lamme's wambuis uit te trekken. Eilaas! mijn arm vet, dat ik met zooveel moeite vergaarde, gaan ze mij ongetwijfeld ontnemen met heur striemende zweepen.