United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb sinds mijn jeugd voor de Kat groote genegenheid gevoeld, en mij veel met haar bezig gehouden, daarom stem ik in met de onderstaande, door Scheitlin gegeven karakterschets, die, hoe men er overigens over denken moge, alleszins de aandacht verdient wegens haar oorspronkelijkheid, en naar het mij voorkomt, zich door een oordeelkundige opvatting en een rechtvaardige waardeering van den aard der Kat onderscheidt: "De Kat is een edel dier.

Chastellain, in zijn waardeering van het ridderideaal toch volkomen middeleeuwsch, drukt niettemin volkomen den geest der Renaissance uit, als hij zegt: "Honneur semont toute noble nature D'aimer tout ce qui noble est en son estre. Noblesse aussi y adjoint sa droiture".

Wie ~bezadigd~ is, windt zich niet spoedig op; de omstandigheden hebben weinig invloed op zijn gemoedstoestand; hij is in staat rustig over de zaken na te denken en laat zich niet door zijn hartstocht verblinden. Hij heeft in een ~bezadigd~ artikel zijn meeningen uiteengezet, zoodat zelfs zijn tegenpartij het met waardeering bespreekt.

Steeds heerschte er een opgewekte, vriendschappelijke geest onder de leden der bemanning, en de waardeering waarmee men elkaars daden en woorden besprak en beoordeelde, leidde tot de onmisbare eenheid en samenwerking, die voor 't bereiken van een gemeenschappelijk doel onontbeerlijk is.

Betrekkelijk gering is het aantal vijanden, die voor de Nachtzwaluwen gevaarlijk kunnen worden. De mensch vervolgt haar niet, zoodra hij haar heeft leeren kennen. In den regel worden deze Vogels echter niet gespaard uit waardeering van hun voor ons zoo nuttige werkzaamheid, maar veeleer, omdat men ze als geheimzinnige wezens beschouwt, welker dood noodlottige gevolgen kan hebben.

Nov. Indien de begaafde auteur van dit boek, die, alhoewel in onze Forensische woon lid der Overheid en hóóg boven mij geplaatst, in stad, in die aardige Het-Jonge-Leven-buurt, mijn buur en gelijke is, wel eens daar over de schutting, die onze tuintjes scheidt, in het mijne heeft getuurd, dan zal hij weten allicht, dat daar een boom staat, een boom, dien ik indertijd heb opgezet over: De Dieren in de Literatuur.... Maar of hij dien kent al dan niet ik durf nauwelijks op zooveel belangstelling hopen mìj kwam die boom op voor mij-zelf zéér ontstellende wijze in de gedachte, toen ik met de lectuur van dit mijns buurmans boek tot op blz. 33 gevorderd was.... Want die gedachte was niet meer of minder dan moorddadig.... Zij had ongeveer dezen Heiniaanschen inhoud: het eenige wat er nog aan mijn tuintje ontbreekt is: dat er iemand aan dien boom bengelt ... en met keek ik beulachtig naar den hals van m'n buurman.... Ge schrikt, lezer, en begrijpt niet, dat ik, onschadelijke, zóó iets dacht.... Welnu, laat mij u dan de psychologische verklaring geven, en met des te meer vrijmoedigheid, omdat, al verder lezend, mijn moordlust plaats maakte voor zoo Warme Waardeering, dat ik, zóó als ge me hier ziet, reeds ònder dien zelfden boom, waaráán ik hem eerst wilde ... -ik dùrf 't woord niet uit te spreken! hem een gezellig zitje heb bereid. Mijn moordlust werd dan door deze overwegingen gewekt: Wat de antieke fabeldichters en wat de schrijvers van het [p.153] middeleeuwsch dier-epos betreft er is voor het feit, dat zij het dier slechts als spiegel der menschheid schenen te zien, en nauwelijks óóit het dier-zelf, een, dunkt mij, afdoende verontschuldiging aan te voeren: zooals hun geheele natuurbeschouwing geocentrisch was, zoo was hun levensbeschouwing in haar diepste wezen van anthropocentrischen aard; maar wat, in Godes naam, moet ik met een modern dierbeschrijver beginnen een l

En juist in een romantisch werk, dat in ieder geval toch de aangewezen plaats is voor zulke overdreven uitingen, behoort het jongere geslacht met waardeering de teedere schoonheid en de groote bekoring op te merken van een eeredienst, die, al is hij nog niet geheel dood, dan toch zeker stervende is.

Ter juiste waardeering van Sh.'s stuk mag het nuttig heeten, met dat van Plautus eenigszins nader kennis te maken. Bij Plautus is geen onder 't leed gebogen vader, die, van zijn beide zoons beroofd, ze gaat opzoeken; de vader der tweelingen is lang dood; door een proloog worden wij ingelicht over het vroeger gebeurde.

Wanneer men eens een enkele maal familieleden van omgekomenen sprak liefst vermijdde men het o, ons reporterswerk was niet benijdenswaard in die dagen! dan hoorde men steeds vol waardeering spreken over de piëteit, welke door de Harwich-Line en H. IJ. S. M. bij deze vreeselijke ramp tegenover de getroffenen is aan den dag gelegd. Die waardeering is ten volle verdiend.

Terwijl de waardeering van den eerste uiterlijk is, is die van den laatste geheel innerlijk.