Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Want heeft men bij het schaakspel met niets anders dan doodhouten klossen te doen, die geen enkele geestelijke eigenschap uit zich-zelf bezitten, en in de handen van den speler slechts tot symbolen van schoonheid kunnen worden, doordat eens de uitvinder van het spel hun zekere eigenschappen heeft toegedacht bij het dier-epos en den fabel heeft men met levende wezens te doen, die als elk natuurwezen krachten en eigenschappen van zich-zelf bezitten welke een zooveel mogelijk objectieve en getrouwe afbeelding overwaard zijn; wezens die het allerminst verdienen slechts als kapstok van de menschelijke deugden en ondeugden te worden gebruikt!
Nov. Indien de begaafde auteur van dit boek, die, alhoewel in onze Forensische woon lid der Overheid en hóóg boven mij geplaatst, in stad, in die aardige Het-Jonge-Leven-buurt, mijn buur en gelijke is, wel eens daar over de schutting, die onze tuintjes scheidt, in het mijne heeft getuurd, dan zal hij weten allicht, dat daar een boom staat, een boom, dien ik indertijd heb opgezet over: De Dieren in de Literatuur.... Maar of hij dien kent al dan niet ik durf nauwelijks op zooveel belangstelling hopen mìj kwam die boom op voor mij-zelf zéér ontstellende wijze in de gedachte, toen ik met de lectuur van dit mijns buurmans boek tot op blz. 33 gevorderd was.... Want die gedachte was niet meer of minder dan moorddadig.... Zij had ongeveer dezen Heiniaanschen inhoud: het eenige wat er nog aan mijn tuintje ontbreekt is: dat er iemand aan dien boom bengelt ... en met keek ik beulachtig naar den hals van m'n buurman.... Ge schrikt, lezer, en begrijpt niet, dat ik, onschadelijke, zóó iets dacht.... Welnu, laat mij u dan de psychologische verklaring geven, en met des te meer vrijmoedigheid, omdat, al verder lezend, mijn moordlust plaats maakte voor zoo Warme Waardeering, dat ik, zóó als ge me hier ziet, reeds ònder dien zelfden boom, waaráán ik hem eerst wilde ... -ik dùrf 't woord niet uit te spreken! hem een gezellig zitje heb bereid. Mijn moordlust werd dan door deze overwegingen gewekt: Wat de antieke fabeldichters en wat de schrijvers van het [p.153] middeleeuwsch dier-epos betreft er is voor het feit, dat zij het dier slechts als spiegel der menschheid schenen te zien, en nauwelijks óóit het dier-zelf, een, dunkt mij, afdoende verontschuldiging aan te voeren: zooals hun geheele natuurbeschouwing geocentrisch was, zoo was hun levensbeschouwing in haar diepste wezen van anthropocentrischen aard; maar wat, in Godes naam, moet ik met een modern dierbeschrijver beginnen een l
Leerdicht, dierfabel en dier-epos, de berijmde novelle, het lied dat waren de wegen in het rijk der literatuur, waarop wij de gemeentenaren in de 13de eeuw hebben aangetroffen. Op die wegen vinden wij hen ook in deze volgende eeuw, doch hoeveel verder zijn zij daarop gevorderd.
Want als wij hier vaststellen dat met een werk als dat van Jack London een nieuwe aera in het dier-epos aanbrak, dan stellen wij tevens dit belangrijke feit vast: dat voor den mensch een nieuwe mogelijkheid van zeer verrijkend geestelijk genieten, een nieuwe mogelijkheid ook van groei van het heilig eenheidsgevoel werd geboren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek