Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Was reeds voor Jean Gerson het dogmatische criterium niet meer het eenige, dat den doorslag gaf ter onderscheiding van ware en valsche vroomheid, des te eêr vallen voor óns de typen van godsdienstige aandoening niet meer samen volgens de lijnen van hun orthodoxie of ketterij, maar volgens hun psychologischen aard. Ook het volk van den tijd zelf zag de dogmatische lijnen niet.

Het toppunt zijner paradoxale stelling wordt door Erasmus bereikt, wanneer hij in de laatste bladzijden van zijn geschrift, met verwijzing naar teksten uit het Nieuwe Testament, waar gesproken wordt over de dwaasheid des Kruises, over de dwaasheid Gods welke wijzer is dan de menschen, ook van het christendom zelf eene goddelijke komedie en van de christelijke vroomheid, welke alle aardsche voorregten versmaadt ten einde den hemel te winnen, eene soort van heiligen waanzin maakt.

De heilige broeder nam die opgeruimd aan, en versterkte met goede woorden en met vele goede voorbeelden haar vroomheid en liet haar gaan na haar zijn zegen te hebben gegeven. De donna ging heen, maar hij merkte niet, dat hij voor den gek was gehouden en ontbood zijn vriend.

Dat een reiziger deze dingen vergeet, getuigt van grove ondankbaarheid, want mocht hij ooit gevaar loopen op eene onbekende kust schipbreuk te lijden, dan zal hij met de meeste vroomheid bidden, dat het woord van den zendeling ook daarheen worde overgebracht. Op het punt van zedelijkheid maakt vrouwendeugd, zooals dikwijls gezegd is, de meeste uitzonderingen.

Maar hij was in de eerste plaats een fijn-litteraire geest, een kamergeleerde, en meende, of hoopte althans, dat wanneer zijn welversneden pen en die zijner geestverwanten, de humanisten, maar den strijd tegen ruwheid, domheid en bijgeloof op het papier bleef volhouden, geleidelijk beschaving, verstand en ware vroomheid daarvoor in de plaats zouden komen.

In den jaare 749 overleed Gundebald, nalaatende twee zoonen, als Gundebald de tweede en Jan, welke om zyne vroomheid gebynaamt wierd Priester Jan, daar verscheidene vertellingtjes van zyn. Zyne dochter Taekle huuwde aan Haaje Kamminga, en haare dochter namaals met eenen Ode Botnia, Hertog van Zweeden; alwaar 't geslachte van Botnia uit voortgesprooten is.

Doch als er dat niet achter zit; als het een vorm zonder wezen; een looze kalkwand is, maar geen muur; een geschilderde vroomheid in prachtige kleuren, maar zonder dat de geur des levens er van uitgaat; dan is Sions naam geen schild, maar een schriklijk gevaar; en is er geen erger toestand denkbaar dan van iemand, die in zulk een Sion als een geruste voortleeft en in zulk een denkbeeldig Jeruzalem als een verzekerde slapend meê afdrijft op den stroom.

Hij was een arm, maar een braaf en godvreezend man. Met even groote ernst als vaderlijke goedheid boezemde hij mij waarachtige vroomheid en heiligen eerbied voor den Allerhoogste in. "Dit is de grondslag van alle deugd," zeide hij vaak; "zonder vroomheid en godvreezendheid is er geen wezenlijk geluk!"

Maar daarnaast stonden al de gevallen, waar de ethische beoordeeling der uitingen van vroomheid hem het richtsnoer moest zijn, waar zijn gevoel voor maat en goeden smaak hem het vonnis moest ingeven. Er is geen deugd, zegt Gerson, die in deze ellendige tijden van het schisma meer uit het oog wordt verloren dan de Discretio.

Ik wil niet hopen.... zooeven nog heb ik bij Dominee uw vroomheid geprezen." "Kom! kom! gekheid, wijfje-lief! is het geen mooi kind? Kijk eens, wat schoone blonde krullen!.... en die schelmsche zwarte kijkers, die hij zeker van zijn vader heeft.... Kom jongen! huil niet: hier is lekkers!" "Niet lekkers! naar beneden!" riep het kind.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek