Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 november 2025


Ik trad het huis van den eersten notaris dien men mij aanwees binnen, vond hem thuis en zei: "Mijnheer, de kanunnik Sédillo, mijn meester, gaat zijn einde tegemoet; hij wenscht zijn laatsten wil te doen neerschrijven; er is geen oogenblik te verliezen." De notaris was een kleine vroolijke grijsaard, die graag gekheid maakte; hij vroeg mij welke dokter den kanunnik bezocht.

Een roode, naar boven gekrulde neus, die een niet geringe verknochtheid aan het druivennat kenteekende, levendige grijze oogen en een dubbele rij hagelwitte tanden, gaven aan zijn gelaat een vroolijke en onbezorgde uitdrukking, die niet weinig werd verhoogd door de wijnmoer en het meel, waarmede het voorhoofd en de wangen bestreken waren.

»Die verdomde zakzei de conducteur, »zijn jullie binnen in slaap gevallen?« »Hij komt alriep de man van het posthuis, terwijl hij naar buiten kwam hollen. »Komt albromde de conducteur. »Zoo is 't ook met de rijke vrouw, die verliefd op me zal worden, maar ik weet niet wanneer. Hier geef op. Al kla-arEen paar vroolijke horenstooten en de postwagen was weg.

Jacoba's goed uiterlijk en haar vroolijke stemming hebben hem voor een oogenblik doen vergeten, 'tgeen hem toch sedert het gesprek met zijn schoonzuster gedurig als een akelig spooksel voor den geest heeft gestaan.

Daar begint ieder te zingen, te gesticuleeren en te dansen op allerdolste manier, terwijl andere Indianen op het strand in de brandende zon vroolijke groepen vormen, vol locale kleur. Photographen van beide seksen zijn talrijk, zeer talrijk onder de toeristen. Ik overdrijf niet, als ik zeg dat de helft der dames aan land gaan met hun instantané-toestel bij zich.

Overigens heeft het oog geene de minste verandering opgemerkt, het onmetelijke strand is effen en rustig, al het zand heeft hetzelfde aanzien, niets onderscheidt den vasten bodem van den bodem die het niet meer is; de vroolijke, kleine zwerm zee-insecten gaat voort met wild tegen de voeten van den wandelaar te springen.

Behrs, die gehuwd was met mej. Isljenewa, eene vriendin uit Tolstoi's kinderjaren, en toen een landgoed te Pokrowski niet ver van Moskou bewoonde. In Tolstoi's dagboek staat deze korte frase over dit bezoek: "De kinderen wachtten ons op; welke lieve, vroolijke meisjes!" Een van deze meisjes werd zes jaren later zijne vrouw.

Dat van Jo was nooit tweemaal hetzelfde, want ze probeerde telkens weer iets anders; dit jaar was het een kweekerij van zonnebloemen; van die vroolijke, hoogop strevende planten had ze het zaad tot voedsel bestemd voor "tante Kloek" en haar familie kuikentjes.

De schoenlapper snurkte. En terwijl hij sliep, fluisterden de hovelingen het elkander toe: "Filips wil, dat de vroolijke Willem zich voor den graaf van Holland zal houden." Met ongeduld wachtte men den morgen.

Het kind verwijderde zich gelijk het gekomen was, haar stem verstierf; Fantine luisterde nog een poos, toen verduisterde haar gelaat en de heer Madeleine hoorde haar zacht zeggen: "Hoe wreed is deze geneesheer, dat hij mij mijn kind niet wil laten zien. Die man heeft zelf een leelijk gezicht." Haar vroolijke gedachten keerden echter terug.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek