United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waarde vriend", sprak hij, "want zoo mag ik u immers wel noemen, sta mij één verzoek toe, wat ik u bidden mag!" "Spreek, gij hebt slechts te bevelen", antwoordde Walewein. "Welnu dan", hernam de ander, "beloof mij, dat gij in de eerstvolgende dagen gedurende de vroegmis het bed zult houden, opdat gij geheel versterkt en uitgerust den tocht naar de groene kapel zult kunnen ondernemen.

Indien de graaf, door Robrecht Sneloghe gewaarschuwd, of door onpasselijkheid belet, in de vroegmis niet verscheen, dan ontsnapte hij aan de wraakzucht van zijnen vijand, en verijdeld werd de zoo wel beraamde aanslag!

Eerst kondigt het klokje van het Carmelietenklooster met een fijn stemmetje de vroegmis aan; een oogenblik later valt het groote klokkenspel van Santa Maria in met een vroolijke aria, door San Miguel met zwaren galm beantwoord, waarop de klokken van San Millan als 't ware goedkeurend en aanmoedigend beginnen mee te beieren.

Haast gemaakt dus, en geene overbodige woorden." "Maar de zaak van het feestmaal is verloren. Wat gaan wij doen?" vroeg iemand. "Ik heb tijd gehad, om alles te overwegen", antwoordde de man met de zware stem. "Ziehier mijne meening. Wij moeten ons eerste ontwerp hervatten. Karel van Denemarken, zijt des zeker, gaat alle dagen ter vroegmis in de bovenkerk van St-Donaas.

Iedereen mag er de mis bijwonen. Het is met deze korte dagen dan nog bijna donker. Mijn paard staat buiten de Zandpoort. Ik zal mij haasten naar Bethferkerke. Daar heb ik eene bende onverschrokken Houtkerels onder de hand. Komt morgen in de vroegmis op den burg; gij zult mij en mijne mannen daar, verspreid zien onder de beuken en tusschen de geloovigen; misschien zult gij ons niet herkennen.

Maar hij viel niet omver van verbazing, toen, na de korte vroegmis, de heerlijke pater-hotelier hem voor een frisch-blanke tafeltje deed aanzitten, waar een soliede ontbijt was opgediend. Johan Doxa, moet ge weten, is nooit in zijn leven zoo verbaasd geweest dat hij ervan omver zou vallen.

Toen wij in 't jaar 1825 bij hoogen waterstand te Santa-Fé aan wal stapten, verhaalde men ons, dat voor weinige dagen een Franciskaner-monnik, juist toen hij de vroegmis wilde lezen, onder de deur van de sacristie door een Jagoear was verscheurd.

Maar 's zondags, dadelijk na de vroegmis, troffen zij elkander, onder 't drinken van het eerste borreltje, in 't herbergje vlak naast de kerk "Den Dubbelen Arend" aan; en van dat oogenblik verlieten zij elkaar niet meer, den heelen dag. Alle twee zaten zij sinds jaren dik in schulden.

Den volgenden dag was het Pinksteren; de klokken der kapel van Camelot bimmebamden en de Koning en de Koninginne schreden ter vroegmis, zingende zacht in ondertoon de hymne aan den Heiligen Geest, de vergieren door, waarvan de bloesems stuivende op den bries over hunne hoofden verwoeien.

»Ik heb er niets tegen; hij is zeker iemand die slecht met den tijd rekent, en ik zou haast gelooven, dat hij zijn dag met de vroegmis begint." »Dat zou heel wel kunnen zijn, want hij is vroom en toch.... kan ik nog niet gelooven, dat hij geworden is....wat....gij meent."