United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met welgevallen herinnert men zich de vrijage van Dirk Rafels Camphuysen, den remonstrantschen predikant, den dichter, den later zoo rampzaligen balling. Wij bezitten van hem eene biografie, door zijne vrouw gedicteerd en dr.

De volkshumor is deze belangwekkende lezing geestiger gaan maken, en dus tijgt Hilbert ter vrijage met een stuk "schinken" in de eene, en een flesch jenever in den anderen zak. Telkens neemt hij een beet en een slok, wat tengevolge heeft, dat de drank al flink is aangesproken, wanneer hij bij de kabouters aankomt.

Hij zat aan haar zijde en drukte haar hand En hij voelde den druk dien zij gaf van haar kant; Toen zijn blik zag haar aan Dien zij weergaf als 't zonlicht de teedere maan. Tegnér, Frithiof-sage. Frithiofs vrijage.

Het ontmoeten van Hilbert en Japikje; hun vrijage; haar weigering, om iets met hem te eten; haar wreed uitstel; 't avontuur der beide jongelingen uit 't Zuiden; zijn gang over het Ellertsveid, waarbij hij niet zijn beste pak aantrekt .... Ook de flesch jenever, die hij bij zich steekt heeft haar gezonde bestaansreden. Inderdaad: eigenaars.

Er zijn weinig dieren, die zoo ongezellig zijn, en zich tegenover hunne soortgenooten zoo afschuwelijk gedragen, als de Spitsmuizen; alleen de Mol evenaart hen in dit opzicht misschien. Niet eens de dieren van verschillende sekse leven, behalve in den paartijd, in vrede met elkander. Behoudens de genoemde uitzondering, vreet de eene Spitsmuis de andere op, zoodra zij haar te pakken kan krijgen. Dikwijls ziet men twee van deze dieren zoo woedend met elkander vechten, dat men ze met de handen kan grijpen; zij vormen in den letterlijken zin van 't woord één klomp, en rollen over den bodem, de tanden stijf in elkanders lichaam geslagen, de eene de andere vasthoudend met een woede, waarmede de scherpste Bullenbijter eer zou inleggen. Het is een groot geluk, dat de Spitsmuizen niet zoo groot zijn als Leeuwen: zij zouden de geheele aarde ontvolken en ten slotte moeten verhongeren. Het is een hoogst zeldzaam verschijnsel, dat men de Spitsmuizen vereenigd ziet tot groote gezelschappen, waarin vrede heerscht of schijnt te heerschen. Cartrey hoorde eens in de droge bladen een lang aanhoudend geritsel en geschreeuw, dat, naar hem bleek, veroorzaakt werd door een talrijke schare van Spitsmuizen, door hem geschat op ongeveer honderd stuks, die met elkander schenen te spelen en onder aanhoudend gepiep en gekwetter heen en weer liepen. Waarom zij dit deden, kon men niet ontdekken; misschien was het een vrijage op groote schaal. De drachtige Spitsmuis bouwt zich een nest van mos, gras, dorre bladen en plantenstengels, het liefst in metselwerk of onder holle boomwortels, voorziet het met verscheidene zijgangen, bekleedt het van binnen met zachte stoffen en werpt hier tusschen Mei en Juli 5

Even zedig, even eerbaar was een eeuw later de »burgerlijke vrijage« tusschen Kobus en Agnietje, ons door Justus van Effen verhaald in zijn »Hollandschen Spectator«, vertoogen, die aan hun levendigen verhaaltrant de eer danken van hunne plaats in tegenwoordige bloemlezingen.

Toen bespeurde zij dat koning Osantrix zelf gekomen was en ontving hem vriendelijkOm mijn kort bestek kan ik hier nog slechts één voorbeeld van zulk een vrijage bijvoegen, de allerbekoorlijkste anecdote van Theudelinde, de jonge weduwe van den genoemden Longobardenkoning Authari. Zij zal hertrouwen, en reist haren aanstaanden gemaal Agilulf tegemoet.

Welke vormen zullen staat en kerk de verloving en het huwelijk doen aannemen? Zietdaar vragen, waarop de volgende bladzijden het antwoord zullen moeten geven. Tot alle vereeniging, van het wettig huwelijk af tot de losse verbintenis toe, leidt de vrijage. Het is de werving van den man om de begeerde vrouw.

Voor handtastelijker vrijage deinsden de 17de-eeuwsche jongelieden niet terug, bij iederen eenboogsbrug of heul klonk het »heulen, heulen« en was er het zoet gespeel van graag gezochte en niet te spijtig toegelaten kussen, en aan het zeestrand greep de vrijer het meisje om het middel en droeg haar een eindweegs de golven in, om het »soete, onnoosele dier« daarna met »sant te zouten«, weinig arcadische galanterie naar onzen smaak in het Batavisch arcadia der vaderen, niet door allen goedgekeurd, maar als proeve van kracht en behendigheid toch wel heimelijk toegejuicht.

Althans leeft hier nog de, sedert verloren, herinnering aan den H. Nicolaas als den »hijlic-man«, den huwelijkssluiter, sinds tot »heilig man« verbasterd. De vrijage dan, de bruidswerving, in haren wezenlijken aard zichzelve door de eeuwen heen gelijk gebleven, vertoont in hare vormen eene oneindige wisseling.