Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Hunne verstandelijke vermogens staan op een lagen trap. Zij zijn dom, vergeetachtig, weinig vindingrijk, boosaardig, driftig, angstig, schuw en vreesachtig, hoewel alle bij dreigend gevaar, door het overeind zetten van hunne stekels en eenige door het ratelen met de staartstekels vrees trachten in te boezemen.
Haar karakter was van natuur dat, hetwelk de gelaatkundigen als eigenaardig aan blonde vrouwen toekennen; zacht, vreesachtig en goedig; maar het was gewijzigd, en als het ware verhard geworden, door de omstandigheden van hare opvoeding.
Britannicus was toen nog een knaap van 13 jaar; in het volgende jaar ruimde Nero, door achterdocht en naijver gedreven, ook hem uit den weg door middel van vergif. Claudius was zwak en vreesachtig van aard, en meer geschikt voor de studeerkamer dan voor den troon.
Vreesachtig als een Haas, was hij zelfs bang voor diertjes, die kleiner waren dan hij en geen kwaad konden doen. In het koude jaargetijde had hij veel last van den lagen warmtegraad; des winters moest men derhalve zijn hok altijd in de nabijheid van het vuur plaatsen. Toch was niet het klimaat, maar een noodlottig toeval de oorzaak van den dood van dit dier.
Daar kwam hij voor den dag met lange schreden, den staart tusschen de pooten, en zag er precies uit als een van schuld bewuste, nachtelijke moordenaar; zijn geweten was blijkbaar door misdaden bezwaard, want gedurende het gaan keek hij telkens vreesachtig om, en omhoog naar de Apen, alsof hij ze smeeken wilde, toch niet te verraden waarheen hij ging." Een kogel maakte een einde aan zijn loopbaan.
Plotseling blijft hij dan midden op den weg stilstaan, en laat zich door geen slagen dwingen om verder te gaan, of gaat met zijn geheele last op den grond liggen, waar hij zich door bijten en schoppen verweert. Sommigen meenen dat zijn gevoelig gehoor hiervan de oorzaak is, dat ieder geraas hem verdooft en verschrikt, hoewel hij overigens niet bijzonder vreesachtig, maar slechts nukkig is.
Een onweersprekelijk feit is, dat hij, vreesachtig als hij was, gaarne buiten moeite bleef, en dikwijls kans zag uitlatingen, die hem onder verdenking van ketterij brachten, later weer te verzachten, of geheel te verloochenen.
Madzy zweeg een wijl en zag toen Deodaat vreesachtig aan: "Ik heb wel eens gehoord," zeide zij, "dat gij Italianen wraakzuchtig zijt;.... maar neen: gij hebt toch niet het uitzicht van iemand, die zich van een moorddolk bedienen zoude." "Ik ben Ridder, Freule! en alleen op een Ridderlijke wijze kan ik mijn geschonden eer terugbekomen."
Dat was goed en mooi, een schoone opbloei van zijn beste neigingen.... Dat niet trachten uit te roeien, noch te ontvluchten. Geen angst, geen laf, vreesachtig schuilgaan. Blijven. Zien. Leven in hoogheid en bewondering.... Maar als 't geen opbloei was, maar brand, een martlend en verterend vuur?... Dan zou hij dat trotseeren. Hij was sterk en groot. 't Kon jaren duren....
Bij het zien van den voornamen heer die hem haastig nadert, duikt het schreiende kind vreesachtig terug, en verbergt zijn hoofd in het kussen. "Zoo, kleine slaper, ben je al wakker!" zegt Willem met zijn vriendelijk welluidende stem, en laat er dan aanstonds op volgen: "Zeg, lust je een boterham?" Dat laatste woord werkt machtig. Een boterham?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek