Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
De Spanjaards, ziende hoe, niettegenstaande al de aangewende pogingen, de Zeeuwsche Vlootvoogd zijn doel, het onderwater zetten van Rijnland, niet bereikte, schertsten en spotteden met een onderneming, die zij ijdel achtten en riepen, dat het even onmogelijk was de sterren uit de lucht te grijpen, als Leiden uit hunne macht te verlossen.
't Was dan ook een vreugde op "de Spiegel," toen de geliefde Admiraal voor het eerst op het dek kwam en ieder om het zeerst hem geluk wenschte met zijn herstelling, ja, op al de schepen vierde men feest en bad men den Heer in den Hemel om een lang en gelukkig leven voor den geliefden vlootvoogd. Wij zullen hen op dezen tocht niet volgen.
De kloeke zeeman eerde zijne vaderstad, door aan een harer burgemeesters de helft van de breede zilveren keten van het Gulden-Vlies te schenken, die door den koninklijken vlootvoogd, den graaf van Bossu, was gedragen. Dit gedenkteeken wordt nog op het stadhuis bewaard.
Hij begaf zich naar het admiraalschip en zei daar wat hij vreesde; de vlootvoogd antwoordde: De wind blaast uit Engeland: we krijgen sneeuw, maar geen vorst: keer terug naar uw schip. En Uilenspiegel ging henen. 's Nachts woedde een hevige sneeuwstorm; maar weldra blies de wind uit Noorwegen, de zee vroor toe, zij was effen als een vloer. De admiraal zag dit schouwspel.
Zelfs de Fransche vlootvoogd d'Estrées schreef over hem: "De Ruyter is een groot meester in de kunst van den oorlog ter zee: hij heeft mij in dezen slag schoone lessen gegeven. Gaarne zou ik mijn leven laten voor den roem, dien hij daarbij heeft verworven."
C.. Strabo, die juist vóor het begin van de Christelijke jaartelling schreef, verhaalt hoe Nearchus, vlootvoogd van Alexander den Groote, een belangrijke ontdekkingsreis maakte in den Indischen oceaan, en berichten meebracht over een wonderbaar "honingdragend riet," dat hij bij de inboorlingen had gevonden.
Zie WAGENAAR, Vaderlandsche Historie, IV 306, 322, 324, die ook vermeldt, dat FILIPS in 1504, tot bescherming van de Zuiderzee tegen de Gelderschen, te Hoorn, Enkhuizen en Edam eenige oorlogschepen uitrustte, en het bevel daarvan opdroeg aan een, bij onze schrijvers onbekend gebleven, zeeman PIETER VAN LEEUWARDEN. Gewis een vreemd verschijnsel, dat de Hollandsche Graaf destijds een Fries tot vlootvoogd op zijne schepen aanstelde.
Nu moest men een vlootvoogd kiezen, en daar men, na den ongelukkigen zeeslag tusschen Wassenaar en York, vooral aan Tromp het behoud der vloot te danken had, daar de liefde, die het scheepsvolk voor zijn vader had gekoesterd, op hem was overgegaan, zag men zijne Prinsgezindheid over het hoofd en gaf hem het opperbevel, onder voorwaarde, dat het slechts in naam bij hem zou berusten, en in de daad bij drie gevolmachtigden der Algemeene Staten, Huijgens wegens Gelderland, Johan de Witt wegens Holland en Boreel wegens Zeeland.
Zijn vijanden hadden die verdediging weten uitgesteld te krijgen, totdat de troepen in Sicilië waren, daar zij wisten, dat een zoo populair vlootvoogd zeker zou worden vrijgesproken, als hij in Athene was. Hij werd nu tevens nog van een andere misdaad beschuldigd, en wel, dat hij met sommigen onder zijn woeste makkers de heilige Eleusinische Mysteriën in een belachelijk daglicht had gesteld.
Alleen de wetenschap, dat Engelands grootste vlootvoogd te midden van de zegepraal was gesneuveld, kon den Keizer eenigen troost schenken. Aan zijn grootsche plannen tegen Engeland was nu met één slag een einde gemaakt; zijn reusachtige toebereidselen te Boulogne en langs de kust waren vergeefsch geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek