Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 november 2025


Dit beroep van verfoeilijke vleierij op de keizerlijke wreedaardigheid werd volkomen begrepen. In zijn brief van 6 April 1832 antwoordt de minister van binnenlandsche zaken, dat Zijne Majesteit de voorschriften heeft bekrachtigd, er eigenhandig aan toevoegende: "Ze moeten niet alleen dienen voor Podolië, maar voor alle westelijke gouvernementen.

"Ja, een kostbaar werkje," bevestigde Swijaschsky, maar om niet den schijn van vleierij tegenover Wronsky op zich te laden, voegde hij er dadelijk een afkeurend gezegde bij: "Het verwondert mij slechts, graaf, dat gij, die zooveel voor de gezondheid van het volk doet, zoo onverschillig ten opzichte van de scholen zijt." "C'est devenu tellement commun, les écoles," antwoordde Wronsky.

Zijne wenkbrauwen trilden even, als in een frons, een rimpel van ontevredenheid, éven maar. Want hij lachte Eve toe en sprak: Bertie zal je goed kunnen helpen: hij heeft veel meer smaak dan ik ... En het was hem of zijne woorden ondanks hemzelven van zijne lippen vielen, of hij iets anders had willen zeggen dan die vleierij en niet gekund had.

Men kon dus met een gerust geweten, en zonder beschuldigd te worden van zich aan vleierij over te geven, met de lofspraken instemmen, welke Mejuffrouw Stauffacher aan haar lieveling gaf, en ook gaarne had, dat er door anderen aan gegeven werden.

"Is het waar, dat men den voorzittersstoel op de Rol van het Hof heeft weggenomen?" "Zoo is het, Uwe Hoogheid!" antwoordt deze, en voegt er met fijne vleierij bij: "Men zal hem willen schoonmaken, tegen den tijd, dat Uwe Hoogheid er op zitten moet. Er was in de jaren, dat hij leeg stond, zooveel onedel stof opgekomen." "Hoofsche vleier!" dreigt de Prins.

Zij voegen daarbij met opzet een weinig vleierij om zoo de gemoederen van hun volk, hoe dan ook, voor zich in te nemen.

Toen hij ongeveer een uur aan boord was geweest, liet hij zijne sloep weer gereedmaken en keerde naar den wal terug, en wij zagen niets meer van hem vóór wij te Spithead waren aangekomen, toen zijn lordschap aan boord verscheen, vergezeld van iemand, dien wij spoedig ontdekten een gepensionneerden scheepsschrijver te zijn, een man, die door de grofste vleierij en tallooze kleine diensten zich bij zijnen patroon zóó onmisbaar had weten te maken, dat hij bij diens reisstoet een even noodzakelijk aanhangsel was geworden als de koffer of de lijfknecht.

Maar een dichter, fijn als geen onder ons ook.... Hij drinkt water, zei Tacitus; omdat hij weet, dat Plinius matig is.... Hij is matig uit vleierij.... Hij vleit, maar in epigrammen. In Latijn, fijner gecizeleerd dan zijn Egyptische drinkschaal. In disticha, sierlijk als vóor hem niemand ooit schreef.... Het is niets wat hij zegt.... Maar als hij het zegt, wordt het iets....

Als de schoenpoetser in de buurt was geweest, zouden zij hem zeker op mij afgezonden hebben en zou ook hij zijn fooi niet zijn misgeloopen, want ik was dwaas genoeg die vleierij voor goede munt op te nemen. Voor de aanvallen van nog meer haaien werd ik gevrijwaard, doordien het intusschen tijd was geworden mij bij mijn commandant en op mijn schip te gaan melden.

Soms durft hij onbeschroomd zelfs den paus raad te geven en te vermanen, en toont hij tegenover één zijner beschermers, die met zijn armoede een weinig den spot gedreven had, een fijn eergevoel. Maar bij andere gelegenheden vloeien zijne brieven aan hooggeplaatsten over van onwaardige vleierij.

Woord Van De Dag

kohlers

Anderen Op Zoek