Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Het hinderde hem, voor zoover een koele kikker-natuur iets hinderen kan, dat het viooltje, hoewel het eerst zoo hoog tegen hem opzag, nu zoo gelaten afstand deed van zijn gezelschap. "Dat komt van 't praten," dacht hij. Vader zei altijd: "Als je wijs wilt schijnen, moet je weinig zeggen." Dat had hij van de menschen.

Daar komt bij de menschen alles op neer, en alles uit voort, zei Vader. Kom, praat eens over wat anders! Je maakt je van streek om niets, 't Is dat jij, klein ding, nog zoo niets gewend bent; anders zou je 't ook heel gewoon vinden. Moet de Vrouw nu zoo blijven doorpraten, terwijl dat mooie licht weg is? Wat is dat treurig! Maar ik wil het niet, het mag niet!... jammerde het viooltje weer.

Toen het viooltje wakker werd, en haar vriendje nog bij zich vond, en het dennelied hoorde, hief ze haar teer-blauw kopje vol gedachten naar de dennen, en zag op in heerlijke dankbaarheid, waar de nieuwe dag kwam tusschen hun kruinen. Ze durfde niet het eerst te spreken, en wachtte tot de kikker iets zeggen zou.

Vooral omdat hij wist, zoo'n hoog-wijs uiterlijk te hebben, speet het hem, dat hij zich had laten verleiden om uit de rol van sfinx te treden, waarin hij gewoonlijk bij alle dieren en planten zooveel succes had. Dag kikker! dag beste, goede kikker! zei zacht 't viooltje. Dank je voor je gezelschap. Denk nog eens aan me; later; als ik dood ben misschien.

Ik zal mijn best doen, heusch! beloofde 't viooltje: Ga nu maar eten en kom gauw terug. De kikker rekte zijne lenige ledematen wat uit. Hij was stram van 't stil zitten. Toen liep hij rekkende tusschen 't korte gras door, tot aan den rand van 't zandpad, en sprong heen. Het viooltje zag hem na zoolang ze kon.

Dat was waar de dennekruinen al 't licht namen; maar aan den rand van het met afgevallen denne-naalden bestrooide zandpad, waar iets meer licht viel, stond wat kort, dor gras, en daartusschen het viooltje.

De kikker hief zich een beetje op, en keek met zijn wijzen kop ver over het viooltje en haar verdriet heen, naar het einde van het zandpad, waar het weiland was.

Het viooltje staarde vragend van den eenen boom naar den anderen, van den anderen weer naar een volgenden en dan weer naar volgende boomen, die achter elkaar schoven en in de verte weg-reiden. Ze keek angstig naar al de spitse, bruin-geworden denne-naalden, die om haar heen lagen, en naar het korte, spitse gras, dat er uitzag alsof het pijn wou doen.

Ik kan tòch niet leeren, om net als de menschen, te praten over wat ik nièt denk, en te zwijgen over wat ik wèl denk!... Vaarwel! En 't stemmetje van 't viooltje kroop weg in haar keeltje. Ze wist, dat ze de waarheid sprak; maar 't zou haar toch hard vallen, weer alleen te zijn.

Stil, daar komt de Man weer! O! O! wat een gezanik! mopperde de kikker, die juist bezig was zijn lenig lichaam wat uit te rekken, en nu weer onbeweeglijk, als levenloos, ging zitten. Het licht van haar stem heeft hij in zijn oogen! juichte zacht 't viooltje. De man ging vlug. Zijn hoofd, met hoog blank, van de oogen tot aan het donkere haar, hield hij flink.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek