Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Ieder woord onderschrapte hij als met een hatelijke bedoeling en ieder woord trof haar als een naald in haar, van natuur heerschzuchtig gemoed, maar zij durfde hem niet antwoorden, zij verzonk weg in vrees en lachte slechts goedig, alsof hij een aardigheid gezegd had. En ook hij lachte nu met haar zelfden lach, goedig en zacht, maar vol bedekte wraakzucht.
In den vroegen morgen zetten wij koers naar eene zwarte rots, die op twee kilometers ten noorden van Krakatau, even boven de golven uitsteekt: dit is het eenige overblijfsel van het gedeelte des eilands, dat tijdens de uitbarsting in de diepte verzonk.
Hij verzonk in gedachten, en de jonge Caddles en zijn eigen kind en Cossar's jongens vormden deel van zijne mijmeringen. Plotseling begon hij te lachen. "Goeie hemel!" zei hij, als om een voorbijgaande gedachte.
Verdrietig liep hij voort; maar toen hij de stad achter zich had en in de eenzaamheid en duisternis van den weg verzonk, voelde hij, hoe hem een angstgevoel bekroop, dat hem tot in zijn binnenste deed verstijven.
En nu, waar de avondzon verzonk Achter de dichte lanen, Der meer'len laatste triller klonk, En, die zijn lied van tranen Den koelen Meinacht hooren doet Als wie om 't lief verloren bloedt Totdat de starren tanen,
Waarom hak ik krijt en wasch jij, van dag tot dag, terwijl Lady Wondershoot rondrijdt in haar rijtuig, moeder, en op reis gaat naar die mooie vreemde landen die jij en ik nooit zullen zien, moeder?" "Dat komt omdat zij 'n dame is," zei juffrouw Caddles. "Zoo zoo," zei de jonge Caddles en verzonk in diep gepeins.
Aanvankelijk meenden we, dat hare tranen u golden, die van haar was weggegaan; maar toen zij ophield met weenen en in doffe mijmeringen verzonk, zeide Ibycus, die toen ter tijd nog aan het hof was, dat de jonkvrouw gewis aan een man haar hart moest hebben geschonken.
Of was het ?" Hij verzonk opnieuw in diep gepeins, doch mij, die met elk zijner eigenaardigheden bekend was, scheen het toe, dat hem plotseling iets anders in de gedachte was gekomen. Om twintig minuten over drie stapten wij uit den trein en na haastig geluncht te hebben, vertrokken wij onmiddellijk naar Scotland Yard.
In oppersten toorn greep de koning der geesten den Salamander aan en zeide: „Nu heeft uw vuur uitgewoed uw vlammen zijn gedoofd, uw stralen verdofd zink thans neder tot de geesten der aarde, dat zij u kwellen en hoonen en in gevangenschap houden, tot aan het oogenblik, dat de vuurstof zich weder ontsteekt en met u in nieuwe gedaante aan de aarde ontstraalt.” Glansloos verzonk de arme Salamander, maar toen kwam de oude, knorrige aardgeest, die de hovenier van Phosphorus was, naderbij en sprak: „Heer! wie zoude meer zich over den Salamander beklagen, dan ik.
Ik was als betooverd, verzonk in gedachten, lei my neêr op den grond; en waarschijnlyk duurde 't nog wel den tijd van een dag of meer, dat ik nu eens inslapende, dan weêr wakker, en al telkens op nieuw het gezicht op twee hemellichten vestigende, in dezen mistroostigen staat, vol van angst en twijfel bleef voortleven, en intusschen het geen ik nog had, verteerde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek