Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Bevallig, rank en toch krachtvol is hare gestalte: en de gezondheidsblos op het lelieblank gelaat getuigt, dat wij hier niet te doen hebben met eene dier loome, smachtende, verwende juffers, die den halven morgen in 't bed verslapen, een groot gedeelte van den dag aan de kaptafel doorbrengen, en zoowel den zonnegloed als het minste tochtje vreezen: en evenmin met eene dier savantes, die, aan studeervertrek of salon gekluisterd, de kamerkleur verkrijgen als een onmisbaar gevolg van een zittend leven; maar wel met eene zoodanige, die noch lucht noch zonnestralen schuwt en zelfs voor geen lichaamsoefeningen terugdeinst.

Zal hij de koude nachten en de grauwe dagen van den winter verslapen om door murmelende beekjes en vogelgezang gewekt te worden? Zal hij daar liggen droomen van heuvels met roode boschbessen bedekt en van mierenhoopen vol lekkere, bruine miertjes en van de lammeren die op de groene berghellingen weiden? Zal hij, de gelukkige, aan 's levens winter ontkomen?

Met een schrik ontwaakte hij, en gelukkig! hij was alleen, en het was nog donker. Niet voor op het laatst van den nacht sliep hij gerust in, en hij zou zich, met al zijne onrust en bezorgdheid, nog verslapen hebben, indien de nachtwacht niet aan de commissie van Mijntje en het toegezegde kwartje had gedacht.

Zwijgend gaf zij hem zijn koffie; hij had zich verslapen en haastig spoedde hij zich naar den stal, waar de baas hem met een: „Wat mankeert jou van morgen?” ontving. Dirk had, zooals men dat noemt, het land; hij wist niet waar hij ’t zoeken moest om weer op zijn verhaal te komen.

"Mag ik dan mijn kussen halen en hier voor het ledikant een beetje op den grond gaan liggen? Anders verslapen wij ons misschien," zei Tieka, blijkbaar nu reeds in een stemming om "alles te doen, waarin ze maar lust had." "Wel neen," herhaalde Hedwig, zóó beslist dat Tieka onmiddellijk verdween.

De maaiers komen in de blauwe kielen Met de vroegzon vreugd'loos uit het heideland, Met loome lijven en verslapen zielen, Met de hooge zeisen aan den gordelband. De gele haver zal geen avond vieren Maar gesikkeld liggen in het late licht; De moede maaiers als gedreven dieren Gaan zich woordloos wijden aan hun zwaren plicht.

De stoet vertrok. Of Barend Flitz zich inderdaad had verslapen, of wat er anders aan haperde dat hij een achterblijver werd, misschien ook omdat hij wat lang met zijn kleeding was bezig geweest, of dat Harmen van Laubour hem 't paard te laat had gebracht wij hebben geen tijd zulks te onderzoeken, want zie, terwijl de stoet daar juist achter het schoolhuis verdwijnt, komt om den kerkhoek de bedoelde persoon te voorschijn, en nadert, in een aardig drafje, het dorpslogement.

De twee kleine huisjes, waarin de vijf man wonen, die, onder toezicht van een mandoer, elke maand door een nieuwe ploeg worden afgewisseld, zijn gesloten. Ik open de deuren en vind ze verlaten. De menschen doen dus hun plicht en zijn aan 't werk. Na eenig zoeken vind ik ze bezig met den grond onder de klapperboomen schoon te maken. De kranige roeiers krijgen vrijaf om den dag te verslapen.

En hij zeide dit toen aan den koning. De koning liet Randwer ophangen en Zwaanhilde door paarden vertrappen. Den volgenden dag hoorde Goedroen deze droevige daad: als menschen ontwaken worden weer al hunne zorgen wakker. Zij spoorde haar zonen aan om wraak te nemen en zeide: "Blijft gij daar liggen en uw leven verslapen? Hebt gij nog niet genoeg van uw vroolijk gepraat?

Als hij die strenge tijd nu maar verslapen kon, tot hij de meisjes weer met de bal kon zien spelen en de boer aan zijn veldarbeid ging! Zoete zomer, waar blijft ge? Zo lui te liggen en als in de ijzers geslagen, dat is alsof je een monnikspij aantrekt.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek