United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Tot wien hebben we de eer te spreken?" vroeg Banks. »Tot den natuurkundige Matthias van Guitt, gewoon leverancier van dikhuidige dieren, luiaards, zoolgangers, snuitdragers, verscheurende en andere zoogdieren voor het huis Charles Rice van Londen en het huis Hagenbeck van Hamburg!" Vervolgens een zwierig gebaar in de rondte makende: »En de heeren?...."

Een stortregen plaste stroomend neêr en de gierende wind rukte haar mantel op en sloeg haar als met vochtige geesels in het gelaat. Het was haar onmogelijk tegen die woeste kracht in te gaan en zij wendde zich om en liet zich doelloos voortstuwen door den storm, die haar in den rug vloog als een reusachtige vampyr, met breede, verscheurende klauwen.

De heer Vasse wist, dat het schot, dat hij zou lossen, den luipaard niet tot staan zou brengen, maar door een onverwacht geluk raakte het boompje verward tusschen een hoop gras, die den luipaard in zijn vaart tegenhield en hem deed neerstorten. Daardoor kreeg de neger een voorsprong, en was gered. De jager bleef vóór het verscheurende dier staan, dat gromde, zich uitrekte en hem afwachtte.

"Ik heb onrecht gedaan," zei hij, "aan de dieven en roovers van deze wouden, toen ik meende, dat zulke bandieten daaronder behoorden: ik had evengoed de vossen van deze bosschen met de verscheurende wolven van Frankrijk kunnen verwarren. Zegt mij, honden, die gij zijt, is het mijn leven of mijn rijkdom, waarnaar uw meester streeft?

Zoo hebben de dikhuidigen waarschijnlijk weder het aanzien geschonken aan de herkauwende en de verscheurende dieren. De paleontologie wijst ons, zooals wij zagen, op fossiele soorten, die de voorouders kunnen zijn van sommige tegenwoordige verscheurende dieren; ook begint zij ons schakels te vertoonen, die soorten vereenigen, welke thans van elkander gescheiden liggen.

De denkende menschheid kon alleen ontwaken onder de zachte temperatuur van eene vruchtbare streek, die evenzeer afgelegen was van het poolijs als van de verscheurende dieren der tropen. Alleen de zóó bevoorrechte mensch kon het tijdperk van den vooruitgang openen.

Frederic, de oudste zoon van den notaris, onder het slaken van verscheurende angstkreten, toegeloopen. De ongelukkige jongeling liet zich op het lichaam zijns vaders nedervallen en weende en klaagde en huilde zoo smartelijk, dat elks hart van ontroering klopte en veler oogen tranen van medelijden ontsprongen.

De te jonge katoenplant weerhield de val niet, die het dier met wonderlijk gemak achter zich aan sleepte; de neger verloor terrein, nog eenige sprongen, en het verscheurende dier zou hem grijpen.

Frits schudde ontkennend, liet zich alleen den hoed nadragen en tot groote teleurstelling van zijn onwilligen gastheer, klom hij naar boven zooals hij was binnengekomen. Daar stak wat achter, de baas kon het niet van zich zetten. En hij had wel gelijk, daar stak wat achter. Verscheurende zielesmart werd onder die onverschilligheid voor al het uiterlijke rondgedragen!

Een van de priesters slaat met een stok op de hand van een ruwen kerel, die het raam neerdrukt. En in 't volgend oogenblik worden de portieren opengerukt, de geestelijken uit de wagens gesleurd en op den grond geworpen. 't Grauw werpt zich op hen. Hunne kreten zijn aan die van verscheurende dieren gelijk. Maar men hoort ook jammerkreten.