Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Hij zelf voelde zich in dat milieu altijd onzeker. In zijn bestaan was een pijnlijke gespletenheid: het leven dat hij leidde, de kringen waarin hij verkeerde, pasten niet bij zijn neigingen, zijn aanleg, zijn diepste ik. Zijn wezen bleef innerlijk vreemd tegenover dit milieu van zielsleege verfijning.
Philips de Goede gaat na de jaren zijner jeugd altijd in 't zwart, en dost er ook zijn gevolg en zijn paarden in. Koning René, die nog ijveriger naar distinctie en verfijning zocht, gebruikt als kleuren grijs-wit-zwart. De geringe plaats van het blauw en het groen moet overigens niet geheel als een directe uiting van den kleurenzin worden verklaard.
De gewoonten waren er onwillekeurig aan allerlei verfijning onderworpen, evenals onder de voormalige regeering, die, schoon begraven, nog leefde. Eenige dier gewoonten, vooral in de taal, schenen zonderling. Oppervlakkige kenners zouden voor provinciaal hebben gehouden wat slechts verouderd was. Men noemde een vrouw mevrouw de generaalse.
Vandaar die soort van beschroomdheid, die gegeneerdheid, bijna zou men zeggen, onhandigheid, gaucherie, die men aan haar bespeurt, zoodra ze uit haar gewone doen is. Zij is, wat wij een huissloofje noemen inde volle beteekenis van het woord, ze heeft een zekere onverschilligheid en weinig gevoel voor sierlijkheid en verfijning.
Ze liepen nu te praten over de gebeurtenisjes van den dag, stil-rustig en vertrouwelijk, en waren gauw in de mooie, groote zitkamer van Sam, die met veel luxe en verfijning van smaak was ingericht en aangekleed.
Overziet men het tijdperk van Karel V tot aan koning Willem I dan neemt men zeker eene verfijning van zeden waar, gekuischter taal, ingetogener manieren, wat men vooral toetsen kan aan het karakter van de kluchten en blijspelen en van de liederen. Dat wil niet zeggen, dat ook de zedigheid en de eerbaarheid in gelijke mate waren voortgeschreden.
In het innerlijk toont zich de vermenging in ondernemingslust en doorzettingsvermogen, waartegenover de spilzucht staan en de achteloosheid in geldzaken van in erfelijken rijkdom opgegroeide aanzienlijken, voor wie zulke geringschatting van wat voor de groote meerderheid het levensbelang is, een teeken is van superioriteit; en vooral in een vormelijkheid en een zekere verfijning die uit het Oostersche principe voortkomt, en in een aan het dichterlijke verwanten aanleg, die op zijn alleronverwachtst schuil kan gaan voor Westersche nuchterheden, en een enkele maal ook wel voor Westersche ruwheid, hoewel dat toch maar zelden.
Petrarca daarentegen heeft bij de Italianen een talloos heer gelukkige scholieren gevonden. In het lyrische en erotische bereikte hunne literatuur en taal de hoogste trap. Onnoembaar vele waren dien ten gevolge onder hen de pogingen ter verfijning hunner taal, ter vermeerdering der liefelijke uitdrukkingen en tot eene harmonische samenvoeging der woorden.
In vele romans van de 13de eeuw kan men nagaan hoe de verfijning van de erotiese moraal en het dieper en inniger gevoel dat voor de andere min in de plaats komt, als vanzelf van de konventionele troubadourliefde tot het huwelik voert. De vorstenzoon, Durmart le Gallois, die begint met een losse verbintenis met de vrouw van den drossaete, ondergaat b.v. langzamerhand een morele loutering en opvoeding en eindigt met zijn dame, de Ierse vorstin, de hand voor het altaar te reiken. »De meesten," zegt de dichter, »laken hem die met zijn minnares trouwt, maar die voelen de ware, echte liefde niet, want hoger is d
"Hoe is Beerenstijn?" "Knap, intelligent, eigenaardig. 'n Werker, 'n vrouwenhater, of eigenlijk verachter.... Ik geloof niet, dat je 'm sympathiek zult vinden." "Nee," zei Go. "En Van Neerwinden?" "'n Rare vent. Talentvol, geniaal misschien, maar decadent. Ik mag 'm niet. 't Is 'n vooroordeel van me, maar die verfijning, die zwakke onrust, dat elegant-lieve is me antipathiek. Het is geen kérel."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek